Het haar
In ons haar komen elke dag vet (talg), huidschilfers, vuil en geuren uit de omgeving terecht. Om het haar te wassen gebruiken we shampoo. Gewone zeep is daar niet geschikt voor, omdat het ons haar dof maakt. Een shampoo reinigt en verzorgt het haar.
Hoe werkt shampoo?
Oppervlakteactieve stoffen in shampoo moeten pH neutraal of licht zuur zijn. Alkylethersulfaten worden het meest gebruikt. Andere voorbeelden zijn alkylsulfaat, Eiwit-vetzuur-condensaat en cocamidopropylbetaïne.
Er zitten in shampoo stoffen die de geschubde laag platleggen zodat het haar beter kambaar is. Shampoo bevat verder verschillende hulpstoffen. Dit zijn bijvoorbeeld stoffen die de werking van de oppervlakte-actieve stoffen ondersteunen, terugvetters, vochtvasthoudende stoffen en schuimstabilisatoren. Daarnaast bevat shampoo stoffen die de vloeibaarheid regelen. Shampoo mag niet zo dik zijn dat we hem niet goed over het haar kunnen verdelen, maar ook niet zo dun dat hij meteen wegspoelt.
Voorbeelden van terugvetters zijn natuurlijke oliën, vetzuuresters en alkanolamides. Vochtvasthoudende stoffen zijn propyleenglycol, glycerine en sorbitol. Stoffen die de Shampoo verdikken zijn natriumchloride en natriumsulfaat of ammoniumchloride en Ammoniumsulfaat. Ook alkanolamide, vetalcoholen, zoals diethyleen glycol mono (nonylphenyl)ether en worden gebruikt. Verdunners zijn propyleenglycol en glycerine. Als schuimstabilisatoren worden alkanolamiden en anorganische fosfaten gebruikt. In shampoo kunnen UV-filters zitten die het product beschermen tegen de invloed van licht. Daarnaast bevat shampoo parfum, kleurstoffen, (parel)glansmiddelen en stoffen die bederf tegengaan. Andere ingrediënten zijn stoffen die de zuurgraad regelen en stoffen, die zorgen dat de ingrediënten goed mengen.
