Snel antwoord vinden op je vraag? Lees hier meer!
Welkom bij onze cosmetica-Q&A! Hier vind je antwoorden op veelgestelde vragen van zowel consumenten als journalisten over alles wat met cosmetica te maken heeft.
Blader door de onderwerpen of voer gewoon jouw zoekterm in de bovenstaande balk in.
(anti-)Zonnebrandmiddelen beschermen tegen schadelijke uv-straling. De zon straalt uv-licht uit. Dat licht kunnen we niet met het blote oog zien. Uv-licht zorgt ervoor dat je bruin wordt en dat je voldoende vitamine D aanmaakt. Vitamine D is goed voor onze tanden, botten, spieren en ons afweersysteem. Maar, langdurige blootstelling aan uv-licht zorgt ook voor verbranding. Bovendien draagt het bij aan huidveroudering omdat uv-licht schade toebrengt aan onze huidcellen. Hoe vaker en hoe ernstiger je je huid verbrandt, hoe meer je huid onherstelbaar beschadigd raakt. In het ergste geval kan dit leiden tot huidkanker. Vooral mensen met een lichte huidskleur (39% van de Nederlanders) zijn gevoelig voor verbranding en lopen daardoor een verhoogd risico om op latere leeftijd huidkanker te krijgen.
Elk jaar krijgen ruim 55.000 Nederlanders het bericht dat ze huidkanker hebben. Meer dan 700 mensen overlijden per jaar aan een melanoom. Deze getallen nemen alleen maar toe doordat we steeds vaker op zonvakanties gaan.
Door je goed in te smeren verminder je de blootstelling aan uv-licht en daardoor dus ook de schadelijke effecten ervan en het risico op huidkanker.
Zonnebrandproducten bevatten UV-filters waardoor minder Uv-straling de huid bereikt. Uv-licht bestaat uit twee soorten, namelijk UV-A (verantwoordelijk voor huidveroudering) en UV-B (de boosdoener bij verbranding). Bij het risico op huidkanker spelen zowel UV-A als UV-B-straling een rol. Het is daarom belangrijk dat zonnebrandproducten beschermen tegen beide soorten straling.
Voor een goede bescherming tegen de zon is het belangrijk voldoende zonnebrandcrème te gebruiken en jezelf regelmatig in te smeren. Je moet je zeker opnieuw insmeren na zwemmen, afdrogen en bij veel zweten, maar eigenlijk is om de 2 uur sowieso aan te raden. Er bestaan ook zonnebrandmiddelen die waterproof zijn. Deze blijven na het zwemmen beter op je huid zitten.
Goed smeren betekent veel en dik smeren, niet spaarzaam smeren. Eigenlijk zou je zo dik moeten smeren als de laag pindakaas die je op je boterham smeert (stichting KWF adviseert minimaal 7 theelepels per smeerbeurt). Doe dit dan ook het liefst 30 minuten voordat je de zon ingaat, zodat de crème goed is ingetrokken.
De mate van uv-B bescherming wordt aangegeven op het product door de SPF, de Sun Protection Factor. De SPF is een getal dat aangeeft hoeveel langer je in de zon kan blijven zonder te verbranden: als je normaal gesproken na 10 minuten zou verbranden, zou je met factor 30 pas na 30×10 = 300 minuten verbranden. Of een product ook bescherming biedt tegen uv-A-straling is terug te vinden door een uv-A symbooltje op de verpakking van het product.
De houdbaarheid van jouw geopende zonneproduct vind je terug op de verpakking als een symbool van een geopend potje gevolgd door een getal en de letter M (12M, bijvoorbeeld, betekent dat het product optimaal te gebruiken is tot 12 maanden na opening). Wanneer je zonnebrandmiddel te warm is geworden of te lang in de volle zon heeft gestaan, kan het product minder stabiel zijn geworden en zijn werking gedeeltelijk verliezen.
(anti-)Zonnebrandmiddelen beschermen tegen schadelijke uv-straling. De zon straalt uv-licht uit. Dat licht kunnen we niet met het blote oog zien. Uv-licht zorgt ervoor dat je bruin wordt en dat je voldoende vitamine D aanmaakt. Vitamine D is goed voor onze tanden, botten, spieren en ons afweersysteem. Maar, langdurige blootstelling aan uv-licht zorgt ook voor verbranding. Bovendien draagt het bij aan huidveroudering omdat uv-licht schade toebrengt aan onze huidcellen. Hoe vaker en hoe ernstiger je je huid verbrandt, hoe meer je huid onherstelbaar beschadigd raakt. In het ergste geval kan dit leiden tot huidkanker. Vooral mensen met een lichte huidskleur (39% van de Nederlanders) zijn gevoelig voor verbranding en lopen daardoor een verhoogd risico om op latere leeftijd huidkanker te krijgen.
Elk jaar krijgen ruim 55.000 Nederlanders het bericht dat ze huidkanker hebben. Meer dan 700 mensen overlijden per jaar aan een melanoom. Deze getallen nemen alleen maar toe doordat we steeds vaker op zonvakanties gaan.
Door je goed in te smeren verminder je de blootstelling aan uv-licht en daardoor dus ook de schadelijke effecten ervan en het risico op huidkanker.
Zonnebrandproducten bevatten UV-filters waardoor minder Uv-straling de huid bereikt. Uv-licht bestaat uit twee soorten, namelijk UV-A (verantwoordelijk voor huidveroudering) en UV-B (de boosdoener bij verbranding). Bij het risico op huidkanker spelen zowel UV-A als UV-B-straling een rol. Het is daarom belangrijk dat zonnebrandproducten beschermen tegen beide soorten straling.
Voor een goede bescherming tegen de zon is het belangrijk voldoende zonnebrandcrème te gebruiken en jezelf regelmatig in te smeren. Je moet je zeker opnieuw insmeren na zwemmen, afdrogen en bij veel zweten, maar eigenlijk is om de 2 uur sowieso aan te raden. Er bestaan ook zonnebrandmiddelen die waterproof zijn. Deze blijven na het zwemmen beter op je huid zitten.
Goed smeren betekent veel en dik smeren, niet spaarzaam smeren. Eigenlijk zou je zo dik moeten smeren als de laag pindakaas die je op je boterham smeert (stichting KWF adviseert minimaal 7 theelepels per smeerbeurt). Doe dit dan ook het liefst 30 minuten voordat je de zon ingaat, zodat de crème goed is ingetrokken.
De mate van uv-B bescherming wordt aangegeven op het product door de SPF, de Sun Protection Factor. De SPF is een getal dat aangeeft hoeveel langer je in de zon kan blijven zonder te verbranden: als je normaal gesproken na 10 minuten zou verbranden, zou je met factor 30 pas na 30×10 = 300 minuten verbranden. Of een product ook bescherming biedt tegen uv-A-straling is terug te vinden door een uv-A symbooltje op de verpakking van het product.
De houdbaarheid van jouw geopende zonneproduct vind je terug op de verpakking als een symbool van een geopend potje gevolgd door een getal en de letter M (12M, bijvoorbeeld, betekent dat het product optimaal te gebruiken is tot 12 maanden na opening). Wanneer je zonnebrandmiddel te warm is geworden of te lang in de volle zon heeft gestaan, kan het product minder stabiel zijn geworden en zijn werking gedeeltelijk verliezen.
Er wordt vaak onderscheid gemaakt tussen ‘chemische’ en ‘minerale’ of ‘fysische’ uv-filters. Hoewel er gesuggereerd wordt dat dit onderscheid is berust op het feit dat de filters een andere werking hebben, is het grootste verschil tussen beide soorten filters de bouwstenen (atomen) waaruit de filters zijn opgebouwd. Wellicht zou een betere benaming dan ook ‘organische’ en ‘anorganische’ filters zijn. De chemische filters hebben met elkaar gemeen dat ze zijn opgebouwd uit koolstofatomen. Dit zijn organische stoffen. De koolstof absorbeert de uv-straling voordat het je huidcellen kan bereiken. Minerale filters bevatten geen koolstof, en worden daarom anorganische genoemd. Hierbij zorgt dus niet koolstof voor uv-absorptie, maar een metaaloxide. Verder werkt de absorptie hetzelfde als bij de chemische filters. Bekende voorbeelden van minerale filters zijn zinkoxide en titaandioxide. Deze metaaloxiden kunnen uv-licht ook voor een gedeelte weerkaatsen (ongeveer 5% uv-B en tot wel 60% uv-A). Hierdoor laten anti-zonnebrandproducten met minerale filters soms wel een wit laagje achter. Een oplossing hiervoor is om de uv-filter deeltjes nog kleiner te maken, tot ze afmetingen hebben van een paar nanometer.
In een anti-zonnebrandproduct worden vaak meerdere verschillende uv-filters gebruikt voor een optimale bescherming tegen uv-B én uv-A.
Je bruine kleurtje biedt je een lichte bescherming tegen de zon, maar enkel tegen uv-B-stralen. Onder invloed van uv-straling produceert je huid een pigment, melanine, dat ervoor zorgt dat je huid verdikt en bruin wordt. Dit is een beschermingsreactie van onze huid tegen de uv-stralen. Het is verstandig om nog altijd een anti-zonnebrandmiddel te gebruiken om jezelf goed te beschermen tegen uv-stralen.
Even onder de zonnebank voordat je naar een zonnig land vertrekt is dus niet een oplossing tegen de schadelijke effecten van de zon.
Nee, zonnebrandcrème is niet kankerverwekkend. Volgens de cosmeticawetgeving mogen er geen kankerverwekkende stoffen in cosmetica zitten. Dit is dus ook het geval voor zonnecosmetica. Een professionele veiligheidsbeoordelaar bekijkt of de gebruikte stoffen in cosmetica wel echt veilig zijn. Daarbij mogen uv-filters alleen in anti-zonnebrandproducten worden gebruikt als deze vooraf zijn goedgekeurd door een Europees onafhankelijk wetenschappelijk comité.
Schadelijke effecten op het milieu door gebruik van anti-zonnebrandproducten is niet te verwachten. Hoewel zonnebrandcrème als we de zee ingaan in het milieu terecht kan komen, doordat het deels van je lichaam afgespoeld wordt, zit er zoveel water in de zee dat de concentratie van de ingrediënten uit jouw zonnebrand in de zee enorm laag is. Dat uv-filters de veroorzakers zouden zijn van verbleking van koraal is gebaseerd op onderzoek waarbij de gemeten concentraties uv-filter veel hoger lagen dan de daadwerkelijke concentratie gemeten in zee. Effecten op het koraal zijn daarom niet te verwachten. Het uitsterven van koraalriffen is een groot probleem en dit is een direct gevolg van opwarming van de aarde.
Het beste kun je direct zonlicht vermijden. Aangezien zonneallergie hoofdzakelijk wordt veroorzaakt door uv-A-straling, kun je het beste op onderzoek uitgaan naar producten die een hoge uv-A bescherming bieden. Ga bij een allergische reactie ook altijd naar je huisarts.
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.
(anti-)Zonnebrandmiddelen beschermen tegen schadelijke uv-straling. De zon straalt uv-licht uit. Dat licht kunnen we niet met het blote oog zien. Uv-licht zorgt ervoor dat je bruin wordt en dat je voldoende vitamine D aanmaakt. Vitamine D is goed voor onze tanden, botten, spieren en ons afweersysteem. Maar, langdurige blootstelling aan uv-licht zorgt ook voor verbranding. Bovendien draagt het bij aan huidveroudering omdat uv-licht schade toebrengt aan onze huidcellen. Hoe vaker en hoe ernstiger je je huid verbrandt, hoe meer je huid onherstelbaar beschadigd raakt. In het ergste geval kan dit leiden tot huidkanker. Vooral mensen met een lichte huidskleur (39% van de Nederlanders) zijn gevoelig voor verbranding en lopen daardoor een verhoogd risico om op latere leeftijd huidkanker te krijgen.
Elk jaar krijgen ruim 55.000 Nederlanders het bericht dat ze huidkanker hebben. Meer dan 700 mensen overlijden per jaar aan een melanoom. Deze getallen nemen alleen maar toe doordat we steeds vaker op zonvakanties gaan.
Door je goed in te smeren verminder je de blootstelling aan uv-licht en daardoor dus ook de schadelijke effecten ervan en het risico op huidkanker.
Zonnebrandproducten bevatten UV-filters waardoor minder Uv-straling de huid bereikt. Uv-licht bestaat uit twee soorten, namelijk UV-A (verantwoordelijk voor huidveroudering) en UV-B (de boosdoener bij verbranding). Bij het risico op huidkanker spelen zowel UV-A als UV-B-straling een rol. Het is daarom belangrijk dat zonnebrandproducten beschermen tegen beide soorten straling.
Voor een goede bescherming tegen de zon is het belangrijk voldoende zonnebrandcrème te gebruiken en jezelf regelmatig in te smeren. Je moet je zeker opnieuw insmeren na zwemmen, afdrogen en bij veel zweten, maar eigenlijk is om de 2 uur sowieso aan te raden. Er bestaan ook zonnebrandmiddelen die waterproof zijn. Deze blijven na het zwemmen beter op je huid zitten.
Goed smeren betekent veel en dik smeren, niet spaarzaam smeren. Eigenlijk zou je zo dik moeten smeren als de laag pindakaas die je op je boterham smeert (stichting KWF adviseert minimaal 7 theelepels per smeerbeurt). Doe dit dan ook het liefst 30 minuten voordat je de zon ingaat, zodat de crème goed is ingetrokken.
De mate van uv-B bescherming wordt aangegeven op het product door de SPF, de Sun Protection Factor. De SPF is een getal dat aangeeft hoeveel langer je in de zon kan blijven zonder te verbranden: als je normaal gesproken na 10 minuten zou verbranden, zou je met factor 30 pas na 30×10 = 300 minuten verbranden. Of een product ook bescherming biedt tegen uv-A-straling is terug te vinden door een uv-A symbooltje op de verpakking van het product.
De houdbaarheid van jouw geopende zonneproduct vind je terug op de verpakking als een symbool van een geopend potje gevolgd door een getal en de letter M (12M, bijvoorbeeld, betekent dat het product optimaal te gebruiken is tot 12 maanden na opening). Wanneer je zonnebrandmiddel te warm is geworden of te lang in de volle zon heeft gestaan, kan het product minder stabiel zijn geworden en zijn werking gedeeltelijk verliezen.
Er wordt vaak onderscheid gemaakt tussen ‘chemische’ en ‘minerale’ of ‘fysische’ uv-filters. Hoewel er gesuggereerd wordt dat dit onderscheid is berust op het feit dat de filters een andere werking hebben, is het grootste verschil tussen beide soorten filters de bouwstenen (atomen) waaruit de filters zijn opgebouwd. Wellicht zou een betere benaming dan ook ‘organische’ en ‘anorganische’ filters zijn. De chemische filters hebben met elkaar gemeen dat ze zijn opgebouwd uit koolstofatomen. Dit zijn organische stoffen. De koolstof absorbeert de uv-straling voordat het je huidcellen kan bereiken. Minerale filters bevatten geen koolstof, en worden daarom anorganische genoemd. Hierbij zorgt dus niet koolstof voor uv-absorptie, maar een metaaloxide. Verder werkt de absorptie hetzelfde als bij de chemische filters. Bekende voorbeelden van minerale filters zijn zinkoxide en titaandioxide. Deze metaaloxiden kunnen uv-licht ook voor een gedeelte weerkaatsen (ongeveer 5% uv-B en tot wel 60% uv-A). Hierdoor laten anti-zonnebrandproducten met minerale filters soms wel een wit laagje achter. Een oplossing hiervoor is om de uv-filter deeltjes nog kleiner te maken, tot ze afmetingen hebben van een paar nanometer.
In een anti-zonnebrandproduct worden vaak meerdere verschillende uv-filters gebruikt voor een optimale bescherming tegen uv-B én uv-A.
Je bruine kleurtje biedt je een lichte bescherming tegen de zon, maar enkel tegen uv-B-stralen. Onder invloed van uv-straling produceert je huid een pigment, melanine, dat ervoor zorgt dat je huid verdikt en bruin wordt. Dit is een beschermingsreactie van onze huid tegen de uv-stralen. Het is verstandig om nog altijd een anti-zonnebrandmiddel te gebruiken om jezelf goed te beschermen tegen uv-stralen.
Even onder de zonnebank voordat je naar een zonnig land vertrekt is dus niet een oplossing tegen de schadelijke effecten van de zon.
Nee, zonnebrandcrème is niet kankerverwekkend. Volgens de cosmeticawetgeving mogen er geen kankerverwekkende stoffen in cosmetica zitten. Dit is dus ook het geval voor zonnecosmetica. Een professionele veiligheidsbeoordelaar bekijkt of de gebruikte stoffen in cosmetica wel echt veilig zijn. Daarbij mogen uv-filters alleen in anti-zonnebrandproducten worden gebruikt als deze vooraf zijn goedgekeurd door een Europees onafhankelijk wetenschappelijk comité.
Schadelijke effecten op het milieu door gebruik van anti-zonnebrandproducten is niet te verwachten. Hoewel zonnebrandcrème als we de zee ingaan in het milieu terecht kan komen, doordat het deels van je lichaam afgespoeld wordt, zit er zoveel water in de zee dat de concentratie van de ingrediënten uit jouw zonnebrand in de zee enorm laag is. Dat uv-filters de veroorzakers zouden zijn van verbleking van koraal is gebaseerd op onderzoek waarbij de gemeten concentraties uv-filter veel hoger lagen dan de daadwerkelijke concentratie gemeten in zee. Effecten op het koraal zijn daarom niet te verwachten. Het uitsterven van koraalriffen is een groot probleem en dit is een direct gevolg van opwarming van de aarde.
Het beste kun je direct zonlicht vermijden. Aangezien zonneallergie hoofdzakelijk wordt veroorzaakt door uv-A-straling, kun je het beste op onderzoek uitgaan naar producten die een hoge uv-A bescherming bieden. Ga bij een allergische reactie ook altijd naar je huisarts.
(anti-)Zonnebrandmiddelen beschermen tegen schadelijke uv-straling. De zon straalt uv-licht uit. Dat licht kunnen we niet met het blote oog zien. Uv-licht zorgt ervoor dat je bruin wordt en dat je voldoende vitamine D aanmaakt. Vitamine D is goed voor onze tanden, botten, spieren en ons afweersysteem. Maar, langdurige blootstelling aan uv-licht zorgt ook voor verbranding. Bovendien draagt het bij aan huidveroudering omdat uv-licht schade toebrengt aan onze huidcellen. Hoe vaker en hoe ernstiger je je huid verbrandt, hoe meer je huid onherstelbaar beschadigd raakt. In het ergste geval kan dit leiden tot huidkanker. Vooral mensen met een lichte huidskleur (39% van de Nederlanders) zijn gevoelig voor verbranding en lopen daardoor een verhoogd risico om op latere leeftijd huidkanker te krijgen.
Elk jaar krijgen ruim 55.000 Nederlanders het bericht dat ze huidkanker hebben. Meer dan 700 mensen overlijden per jaar aan een melanoom. Deze getallen nemen alleen maar toe doordat we steeds vaker op zonvakanties gaan.
Door je goed in te smeren verminder je de blootstelling aan uv-licht en daardoor dus ook de schadelijke effecten ervan en het risico op huidkanker.
Zonnebrandproducten bevatten UV-filters waardoor minder Uv-straling de huid bereikt. Uv-licht bestaat uit twee soorten, namelijk UV-A (verantwoordelijk voor huidveroudering) en UV-B (de boosdoener bij verbranding). Bij het risico op huidkanker spelen zowel UV-A als UV-B-straling een rol. Het is daarom belangrijk dat zonnebrandproducten beschermen tegen beide soorten straling.
Voor een goede bescherming tegen de zon is het belangrijk voldoende zonnebrandcrème te gebruiken en jezelf regelmatig in te smeren. Je moet je zeker opnieuw insmeren na zwemmen, afdrogen en bij veel zweten, maar eigenlijk is om de 2 uur sowieso aan te raden. Er bestaan ook zonnebrandmiddelen die waterproof zijn. Deze blijven na het zwemmen beter op je huid zitten.
Goed smeren betekent veel en dik smeren, niet spaarzaam smeren. Eigenlijk zou je zo dik moeten smeren als de laag pindakaas die je op je boterham smeert (stichting KWF adviseert minimaal 7 theelepels per smeerbeurt). Doe dit dan ook het liefst 30 minuten voordat je de zon ingaat, zodat de crème goed is ingetrokken.
De mate van uv-B bescherming wordt aangegeven op het product door de SPF, de Sun Protection Factor. De SPF is een getal dat aangeeft hoeveel langer je in de zon kan blijven zonder te verbranden: als je normaal gesproken na 10 minuten zou verbranden, zou je met factor 30 pas na 30×10 = 300 minuten verbranden. Of een product ook bescherming biedt tegen uv-A-straling is terug te vinden door een uv-A symbooltje op de verpakking van het product.
De houdbaarheid van jouw geopende zonneproduct vind je terug op de verpakking als een symbool van een geopend potje gevolgd door een getal en de letter M (12M, bijvoorbeeld, betekent dat het product optimaal te gebruiken is tot 12 maanden na opening). Wanneer je zonnebrandmiddel te warm is geworden of te lang in de volle zon heeft gestaan, kan het product minder stabiel zijn geworden en zijn werking gedeeltelijk verliezen.
Er wordt vaak onderscheid gemaakt tussen ‘chemische’ en ‘minerale’ of ‘fysische’ uv-filters. Hoewel er gesuggereerd wordt dat dit onderscheid is berust op het feit dat de filters een andere werking hebben, is het grootste verschil tussen beide soorten filters de bouwstenen (atomen) waaruit de filters zijn opgebouwd. Wellicht zou een betere benaming dan ook ‘organische’ en ‘anorganische’ filters zijn. De chemische filters hebben met elkaar gemeen dat ze zijn opgebouwd uit koolstofatomen. Dit zijn organische stoffen. De koolstof absorbeert de uv-straling voordat het je huidcellen kan bereiken. Minerale filters bevatten geen koolstof, en worden daarom anorganische genoemd. Hierbij zorgt dus niet koolstof voor uv-absorptie, maar een metaaloxide. Verder werkt de absorptie hetzelfde als bij de chemische filters. Bekende voorbeelden van minerale filters zijn zinkoxide en titaandioxide. Deze metaaloxiden kunnen uv-licht ook voor een gedeelte weerkaatsen (ongeveer 5% uv-B en tot wel 60% uv-A). Hierdoor laten anti-zonnebrandproducten met minerale filters soms wel een wit laagje achter. Een oplossing hiervoor is om de uv-filter deeltjes nog kleiner te maken, tot ze afmetingen hebben van een paar nanometer.
In een anti-zonnebrandproduct worden vaak meerdere verschillende uv-filters gebruikt voor een optimale bescherming tegen uv-B én uv-A.
Je bruine kleurtje biedt je een lichte bescherming tegen de zon, maar enkel tegen uv-B-stralen. Onder invloed van uv-straling produceert je huid een pigment, melanine, dat ervoor zorgt dat je huid verdikt en bruin wordt. Dit is een beschermingsreactie van onze huid tegen de uv-stralen. Het is verstandig om nog altijd een anti-zonnebrandmiddel te gebruiken om jezelf goed te beschermen tegen uv-stralen.
Even onder de zonnebank voordat je naar een zonnig land vertrekt is dus niet een oplossing tegen de schadelijke effecten van de zon.
Nee, zonnebrandcrème is niet kankerverwekkend. Volgens de cosmeticawetgeving mogen er geen kankerverwekkende stoffen in cosmetica zitten. Dit is dus ook het geval voor zonnecosmetica. Een professionele veiligheidsbeoordelaar bekijkt of de gebruikte stoffen in cosmetica wel echt veilig zijn. Daarbij mogen uv-filters alleen in anti-zonnebrandproducten worden gebruikt als deze vooraf zijn goedgekeurd door een Europees onafhankelijk wetenschappelijk comité.
Schadelijke effecten op het milieu door gebruik van anti-zonnebrandproducten is niet te verwachten. Hoewel zonnebrandcrème als we de zee ingaan in het milieu terecht kan komen, doordat het deels van je lichaam afgespoeld wordt, zit er zoveel water in de zee dat de concentratie van de ingrediënten uit jouw zonnebrand in de zee enorm laag is. Dat uv-filters de veroorzakers zouden zijn van verbleking van koraal is gebaseerd op onderzoek waarbij de gemeten concentraties uv-filter veel hoger lagen dan de daadwerkelijke concentratie gemeten in zee. Effecten op het koraal zijn daarom niet te verwachten. Het uitsterven van koraalriffen is een groot probleem en dit is een direct gevolg van opwarming van de aarde.
Het beste kun je direct zonlicht vermijden. Aangezien zonneallergie hoofdzakelijk wordt veroorzaakt door uv-A-straling, kun je het beste op onderzoek uitgaan naar producten die een hoge uv-A bescherming bieden. Ga bij een allergische reactie ook altijd naar je huisarts.
(anti-)Zonnebrandmiddelen beschermen tegen schadelijke uv-straling. De zon straalt uv-licht uit. Dat licht kunnen we niet met het blote oog zien. Uv-licht zorgt ervoor dat je bruin wordt en dat je voldoende vitamine D aanmaakt. Vitamine D is goed voor onze tanden, botten, spieren en ons afweersysteem. Maar, langdurige blootstelling aan uv-licht zorgt ook voor verbranding. Bovendien draagt het bij aan huidveroudering omdat uv-licht schade toebrengt aan onze huidcellen. Hoe vaker en hoe ernstiger je je huid verbrandt, hoe meer je huid onherstelbaar beschadigd raakt. In het ergste geval kan dit leiden tot huidkanker. Vooral mensen met een lichte huidskleur (39% van de Nederlanders) zijn gevoelig voor verbranding en lopen daardoor een verhoogd risico om op latere leeftijd huidkanker te krijgen.
Elk jaar krijgen ruim 55.000 Nederlanders het bericht dat ze huidkanker hebben. Meer dan 700 mensen overlijden per jaar aan een melanoom. Deze getallen nemen alleen maar toe doordat we steeds vaker op zonvakanties gaan.
Door je goed in te smeren verminder je de blootstelling aan uv-licht en daardoor dus ook de schadelijke effecten ervan en het risico op huidkanker.
Zonnebrandproducten bevatten UV-filters waardoor minder Uv-straling de huid bereikt. Uv-licht bestaat uit twee soorten, namelijk UV-A (verantwoordelijk voor huidveroudering) en UV-B (de boosdoener bij verbranding). Bij het risico op huidkanker spelen zowel UV-A als UV-B-straling een rol. Het is daarom belangrijk dat zonnebrandproducten beschermen tegen beide soorten straling.
Voor een goede bescherming tegen de zon is het belangrijk voldoende zonnebrandcrème te gebruiken en jezelf regelmatig in te smeren. Je moet je zeker opnieuw insmeren na zwemmen, afdrogen en bij veel zweten, maar eigenlijk is om de 2 uur sowieso aan te raden. Er bestaan ook zonnebrandmiddelen die waterproof zijn. Deze blijven na het zwemmen beter op je huid zitten.
Goed smeren betekent veel en dik smeren, niet spaarzaam smeren. Eigenlijk zou je zo dik moeten smeren als de laag pindakaas die je op je boterham smeert (stichting KWF adviseert minimaal 7 theelepels per smeerbeurt). Doe dit dan ook het liefst 30 minuten voordat je de zon ingaat, zodat de crème goed is ingetrokken.
De mate van uv-B bescherming wordt aangegeven op het product door de SPF, de Sun Protection Factor. De SPF is een getal dat aangeeft hoeveel langer je in de zon kan blijven zonder te verbranden: als je normaal gesproken na 10 minuten zou verbranden, zou je met factor 30 pas na 30×10 = 300 minuten verbranden. Of een product ook bescherming biedt tegen uv-A-straling is terug te vinden door een uv-A symbooltje op de verpakking van het product.
De houdbaarheid van jouw geopende zonneproduct vind je terug op de verpakking als een symbool van een geopend potje gevolgd door een getal en de letter M (12M, bijvoorbeeld, betekent dat het product optimaal te gebruiken is tot 12 maanden na opening). Wanneer je zonnebrandmiddel te warm is geworden of te lang in de volle zon heeft gestaan, kan het product minder stabiel zijn geworden en zijn werking gedeeltelijk verliezen.
Er wordt vaak onderscheid gemaakt tussen ‘chemische’ en ‘minerale’ of ‘fysische’ uv-filters. Hoewel er gesuggereerd wordt dat dit onderscheid is berust op het feit dat de filters een andere werking hebben, is het grootste verschil tussen beide soorten filters de bouwstenen (atomen) waaruit de filters zijn opgebouwd. Wellicht zou een betere benaming dan ook ‘organische’ en ‘anorganische’ filters zijn. De chemische filters hebben met elkaar gemeen dat ze zijn opgebouwd uit koolstofatomen. Dit zijn organische stoffen. De koolstof absorbeert de uv-straling voordat het je huidcellen kan bereiken. Minerale filters bevatten geen koolstof, en worden daarom anorganische genoemd. Hierbij zorgt dus niet koolstof voor uv-absorptie, maar een metaaloxide. Verder werkt de absorptie hetzelfde als bij de chemische filters. Bekende voorbeelden van minerale filters zijn zinkoxide en titaandioxide. Deze metaaloxiden kunnen uv-licht ook voor een gedeelte weerkaatsen (ongeveer 5% uv-B en tot wel 60% uv-A). Hierdoor laten anti-zonnebrandproducten met minerale filters soms wel een wit laagje achter. Een oplossing hiervoor is om de uv-filter deeltjes nog kleiner te maken, tot ze afmetingen hebben van een paar nanometer.
In een anti-zonnebrandproduct worden vaak meerdere verschillende uv-filters gebruikt voor een optimale bescherming tegen uv-B én uv-A.
Je bruine kleurtje biedt je een lichte bescherming tegen de zon, maar enkel tegen uv-B-stralen. Onder invloed van uv-straling produceert je huid een pigment, melanine, dat ervoor zorgt dat je huid verdikt en bruin wordt. Dit is een beschermingsreactie van onze huid tegen de uv-stralen. Het is verstandig om nog altijd een anti-zonnebrandmiddel te gebruiken om jezelf goed te beschermen tegen uv-stralen.
Even onder de zonnebank voordat je naar een zonnig land vertrekt is dus niet een oplossing tegen de schadelijke effecten van de zon.
Nee, zonnebrandcrème is niet kankerverwekkend. Volgens de cosmeticawetgeving mogen er geen kankerverwekkende stoffen in cosmetica zitten. Dit is dus ook het geval voor zonnecosmetica. Een professionele veiligheidsbeoordelaar bekijkt of de gebruikte stoffen in cosmetica wel echt veilig zijn. Daarbij mogen uv-filters alleen in anti-zonnebrandproducten worden gebruikt als deze vooraf zijn goedgekeurd door een Europees onafhankelijk wetenschappelijk comité.
Schadelijke effecten op het milieu door gebruik van anti-zonnebrandproducten is niet te verwachten. Hoewel zonnebrandcrème als we de zee ingaan in het milieu terecht kan komen, doordat het deels van je lichaam afgespoeld wordt, zit er zoveel water in de zee dat de concentratie van de ingrediënten uit jouw zonnebrand in de zee enorm laag is. Dat uv-filters de veroorzakers zouden zijn van verbleking van koraal is gebaseerd op onderzoek waarbij de gemeten concentraties uv-filter veel hoger lagen dan de daadwerkelijke concentratie gemeten in zee. Effecten op het koraal zijn daarom niet te verwachten. Het uitsterven van koraalriffen is een groot probleem en dit is een direct gevolg van opwarming van de aarde.
Het beste kun je direct zonlicht vermijden. Aangezien zonneallergie hoofdzakelijk wordt veroorzaakt door uv-A-straling, kun je het beste op onderzoek uitgaan naar producten die een hoge uv-A bescherming bieden. Ga bij een allergische reactie ook altijd naar je huisarts.
(anti-)Zonnebrandmiddelen beschermen tegen schadelijke uv-straling. De zon straalt uv-licht uit. Dat licht kunnen we niet met het blote oog zien. Uv-licht zorgt ervoor dat je bruin wordt en dat je voldoende vitamine D aanmaakt. Vitamine D is goed voor onze tanden, botten, spieren en ons afweersysteem. Maar, langdurige blootstelling aan uv-licht zorgt ook voor verbranding. Bovendien draagt het bij aan huidveroudering omdat uv-licht schade toebrengt aan onze huidcellen. Hoe vaker en hoe ernstiger je je huid verbrandt, hoe meer je huid onherstelbaar beschadigd raakt. In het ergste geval kan dit leiden tot huidkanker. Vooral mensen met een lichte huidskleur (39% van de Nederlanders) zijn gevoelig voor verbranding en lopen daardoor een verhoogd risico om op latere leeftijd huidkanker te krijgen.
Elk jaar krijgen ruim 55.000 Nederlanders het bericht dat ze huidkanker hebben. Meer dan 700 mensen overlijden per jaar aan een melanoom. Deze getallen nemen alleen maar toe doordat we steeds vaker op zonvakanties gaan.
Door je goed in te smeren verminder je de blootstelling aan uv-licht en daardoor dus ook de schadelijke effecten ervan en het risico op huidkanker.
Zonnebrandproducten bevatten UV-filters waardoor minder Uv-straling de huid bereikt. Uv-licht bestaat uit twee soorten, namelijk UV-A (verantwoordelijk voor huidveroudering) en UV-B (de boosdoener bij verbranding). Bij het risico op huidkanker spelen zowel UV-A als UV-B-straling een rol. Het is daarom belangrijk dat zonnebrandproducten beschermen tegen beide soorten straling.
Voor een goede bescherming tegen de zon is het belangrijk voldoende zonnebrandcrème te gebruiken en jezelf regelmatig in te smeren. Je moet je zeker opnieuw insmeren na zwemmen, afdrogen en bij veel zweten, maar eigenlijk is om de 2 uur sowieso aan te raden. Er bestaan ook zonnebrandmiddelen die waterproof zijn. Deze blijven na het zwemmen beter op je huid zitten.
Goed smeren betekent veel en dik smeren, niet spaarzaam smeren. Eigenlijk zou je zo dik moeten smeren als de laag pindakaas die je op je boterham smeert (stichting KWF adviseert minimaal 7 theelepels per smeerbeurt). Doe dit dan ook het liefst 30 minuten voordat je de zon ingaat, zodat de crème goed is ingetrokken.
De mate van uv-B bescherming wordt aangegeven op het product door de SPF, de Sun Protection Factor. De SPF is een getal dat aangeeft hoeveel langer je in de zon kan blijven zonder te verbranden: als je normaal gesproken na 10 minuten zou verbranden, zou je met factor 30 pas na 30×10 = 300 minuten verbranden. Of een product ook bescherming biedt tegen uv-A-straling is terug te vinden door een uv-A symbooltje op de verpakking van het product.
De houdbaarheid van jouw geopende zonneproduct vind je terug op de verpakking als een symbool van een geopend potje gevolgd door een getal en de letter M (12M, bijvoorbeeld, betekent dat het product optimaal te gebruiken is tot 12 maanden na opening). Wanneer je zonnebrandmiddel te warm is geworden of te lang in de volle zon heeft gestaan, kan het product minder stabiel zijn geworden en zijn werking gedeeltelijk verliezen.
Er wordt vaak onderscheid gemaakt tussen ‘chemische’ en ‘minerale’ of ‘fysische’ uv-filters. Hoewel er gesuggereerd wordt dat dit onderscheid is berust op het feit dat de filters een andere werking hebben, is het grootste verschil tussen beide soorten filters de bouwstenen (atomen) waaruit de filters zijn opgebouwd. Wellicht zou een betere benaming dan ook ‘organische’ en ‘anorganische’ filters zijn. De chemische filters hebben met elkaar gemeen dat ze zijn opgebouwd uit koolstofatomen. Dit zijn organische stoffen. De koolstof absorbeert de uv-straling voordat het je huidcellen kan bereiken. Minerale filters bevatten geen koolstof, en worden daarom anorganische genoemd. Hierbij zorgt dus niet koolstof voor uv-absorptie, maar een metaaloxide. Verder werkt de absorptie hetzelfde als bij de chemische filters. Bekende voorbeelden van minerale filters zijn zinkoxide en titaandioxide. Deze metaaloxiden kunnen uv-licht ook voor een gedeelte weerkaatsen (ongeveer 5% uv-B en tot wel 60% uv-A). Hierdoor laten anti-zonnebrandproducten met minerale filters soms wel een wit laagje achter. Een oplossing hiervoor is om de uv-filter deeltjes nog kleiner te maken, tot ze afmetingen hebben van een paar nanometer.
In een anti-zonnebrandproduct worden vaak meerdere verschillende uv-filters gebruikt voor een optimale bescherming tegen uv-B én uv-A.
Je bruine kleurtje biedt je een lichte bescherming tegen de zon, maar enkel tegen uv-B-stralen. Onder invloed van uv-straling produceert je huid een pigment, melanine, dat ervoor zorgt dat je huid verdikt en bruin wordt. Dit is een beschermingsreactie van onze huid tegen de uv-stralen. Het is verstandig om nog altijd een anti-zonnebrandmiddel te gebruiken om jezelf goed te beschermen tegen uv-stralen.
Even onder de zonnebank voordat je naar een zonnig land vertrekt is dus niet een oplossing tegen de schadelijke effecten van de zon.
Nee, zonnebrandcrème is niet kankerverwekkend. Volgens de cosmeticawetgeving mogen er geen kankerverwekkende stoffen in cosmetica zitten. Dit is dus ook het geval voor zonnecosmetica. Een professionele veiligheidsbeoordelaar bekijkt of de gebruikte stoffen in cosmetica wel echt veilig zijn. Daarbij mogen uv-filters alleen in anti-zonnebrandproducten worden gebruikt als deze vooraf zijn goedgekeurd door een Europees onafhankelijk wetenschappelijk comité.
Schadelijke effecten op het milieu door gebruik van anti-zonnebrandproducten is niet te verwachten. Hoewel zonnebrandcrème als we de zee ingaan in het milieu terecht kan komen, doordat het deels van je lichaam afgespoeld wordt, zit er zoveel water in de zee dat de concentratie van de ingrediënten uit jouw zonnebrand in de zee enorm laag is. Dat uv-filters de veroorzakers zouden zijn van verbleking van koraal is gebaseerd op onderzoek waarbij de gemeten concentraties uv-filter veel hoger lagen dan de daadwerkelijke concentratie gemeten in zee. Effecten op het koraal zijn daarom niet te verwachten. Het uitsterven van koraalriffen is een groot probleem en dit is een direct gevolg van opwarming van de aarde.
Het beste kun je direct zonlicht vermijden. Aangezien zonneallergie hoofdzakelijk wordt veroorzaakt door uv-A-straling, kun je het beste op onderzoek uitgaan naar producten die een hoge uv-A bescherming bieden. Ga bij een allergische reactie ook altijd naar je huisarts.
(anti-)Zonnebrandmiddelen beschermen tegen schadelijke uv-straling. De zon straalt uv-licht uit. Dat licht kunnen we niet met het blote oog zien. Uv-licht zorgt ervoor dat je bruin wordt en dat je voldoende vitamine D aanmaakt. Vitamine D is goed voor onze tanden, botten, spieren en ons afweersysteem. Maar, langdurige blootstelling aan uv-licht zorgt ook voor verbranding. Bovendien draagt het bij aan huidveroudering omdat uv-licht schade toebrengt aan onze huidcellen. Hoe vaker en hoe ernstiger je je huid verbrandt, hoe meer je huid onherstelbaar beschadigd raakt. In het ergste geval kan dit leiden tot huidkanker. Vooral mensen met een lichte huidskleur (39% van de Nederlanders) zijn gevoelig voor verbranding en lopen daardoor een verhoogd risico om op latere leeftijd huidkanker te krijgen.
Elk jaar krijgen ruim 55.000 Nederlanders het bericht dat ze huidkanker hebben. Meer dan 700 mensen overlijden per jaar aan een melanoom. Deze getallen nemen alleen maar toe doordat we steeds vaker op zonvakanties gaan.
Door je goed in te smeren verminder je de blootstelling aan uv-licht en daardoor dus ook de schadelijke effecten ervan en het risico op huidkanker.
Zonnebrandproducten bevatten UV-filters waardoor minder Uv-straling de huid bereikt. Uv-licht bestaat uit twee soorten, namelijk UV-A (verantwoordelijk voor huidveroudering) en UV-B (de boosdoener bij verbranding). Bij het risico op huidkanker spelen zowel UV-A als UV-B-straling een rol. Het is daarom belangrijk dat zonnebrandproducten beschermen tegen beide soorten straling.
Voor een goede bescherming tegen de zon is het belangrijk voldoende zonnebrandcrème te gebruiken en jezelf regelmatig in te smeren. Je moet je zeker opnieuw insmeren na zwemmen, afdrogen en bij veel zweten, maar eigenlijk is om de 2 uur sowieso aan te raden. Er bestaan ook zonnebrandmiddelen die waterproof zijn. Deze blijven na het zwemmen beter op je huid zitten.
Goed smeren betekent veel en dik smeren, niet spaarzaam smeren. Eigenlijk zou je zo dik moeten smeren als de laag pindakaas die je op je boterham smeert (stichting KWF adviseert minimaal 7 theelepels per smeerbeurt). Doe dit dan ook het liefst 30 minuten voordat je de zon ingaat, zodat de crème goed is ingetrokken.
De mate van uv-B bescherming wordt aangegeven op het product door de SPF, de Sun Protection Factor. De SPF is een getal dat aangeeft hoeveel langer je in de zon kan blijven zonder te verbranden: als je normaal gesproken na 10 minuten zou verbranden, zou je met factor 30 pas na 30×10 = 300 minuten verbranden. Of een product ook bescherming biedt tegen uv-A-straling is terug te vinden door een uv-A symbooltje op de verpakking van het product.
De houdbaarheid van jouw geopende zonneproduct vind je terug op de verpakking als een symbool van een geopend potje gevolgd door een getal en de letter M (12M, bijvoorbeeld, betekent dat het product optimaal te gebruiken is tot 12 maanden na opening). Wanneer je zonnebrandmiddel te warm is geworden of te lang in de volle zon heeft gestaan, kan het product minder stabiel zijn geworden en zijn werking gedeeltelijk verliezen.
Er wordt vaak onderscheid gemaakt tussen ‘chemische’ en ‘minerale’ of ‘fysische’ uv-filters. Hoewel er gesuggereerd wordt dat dit onderscheid is berust op het feit dat de filters een andere werking hebben, is het grootste verschil tussen beide soorten filters de bouwstenen (atomen) waaruit de filters zijn opgebouwd. Wellicht zou een betere benaming dan ook ‘organische’ en ‘anorganische’ filters zijn. De chemische filters hebben met elkaar gemeen dat ze zijn opgebouwd uit koolstofatomen. Dit zijn organische stoffen. De koolstof absorbeert de uv-straling voordat het je huidcellen kan bereiken. Minerale filters bevatten geen koolstof, en worden daarom anorganische genoemd. Hierbij zorgt dus niet koolstof voor uv-absorptie, maar een metaaloxide. Verder werkt de absorptie hetzelfde als bij de chemische filters. Bekende voorbeelden van minerale filters zijn zinkoxide en titaandioxide. Deze metaaloxiden kunnen uv-licht ook voor een gedeelte weerkaatsen (ongeveer 5% uv-B en tot wel 60% uv-A). Hierdoor laten anti-zonnebrandproducten met minerale filters soms wel een wit laagje achter. Een oplossing hiervoor is om de uv-filter deeltjes nog kleiner te maken, tot ze afmetingen hebben van een paar nanometer.
In een anti-zonnebrandproduct worden vaak meerdere verschillende uv-filters gebruikt voor een optimale bescherming tegen uv-B én uv-A.
Je bruine kleurtje biedt je een lichte bescherming tegen de zon, maar enkel tegen uv-B-stralen. Onder invloed van uv-straling produceert je huid een pigment, melanine, dat ervoor zorgt dat je huid verdikt en bruin wordt. Dit is een beschermingsreactie van onze huid tegen de uv-stralen. Het is verstandig om nog altijd een anti-zonnebrandmiddel te gebruiken om jezelf goed te beschermen tegen uv-stralen.
Even onder de zonnebank voordat je naar een zonnig land vertrekt is dus niet een oplossing tegen de schadelijke effecten van de zon.
Nee, zonnebrandcrème is niet kankerverwekkend. Volgens de cosmeticawetgeving mogen er geen kankerverwekkende stoffen in cosmetica zitten. Dit is dus ook het geval voor zonnecosmetica. Een professionele veiligheidsbeoordelaar bekijkt of de gebruikte stoffen in cosmetica wel echt veilig zijn. Daarbij mogen uv-filters alleen in anti-zonnebrandproducten worden gebruikt als deze vooraf zijn goedgekeurd door een Europees onafhankelijk wetenschappelijk comité.
Schadelijke effecten op het milieu door gebruik van anti-zonnebrandproducten is niet te verwachten. Hoewel zonnebrandcrème als we de zee ingaan in het milieu terecht kan komen, doordat het deels van je lichaam afgespoeld wordt, zit er zoveel water in de zee dat de concentratie van de ingrediënten uit jouw zonnebrand in de zee enorm laag is. Dat uv-filters de veroorzakers zouden zijn van verbleking van koraal is gebaseerd op onderzoek waarbij de gemeten concentraties uv-filter veel hoger lagen dan de daadwerkelijke concentratie gemeten in zee. Effecten op het koraal zijn daarom niet te verwachten. Het uitsterven van koraalriffen is een groot probleem en dit is een direct gevolg van opwarming van de aarde.
Het beste kun je direct zonlicht vermijden. Aangezien zonneallergie hoofdzakelijk wordt veroorzaakt door uv-A-straling, kun je het beste op onderzoek uitgaan naar producten die een hoge uv-A bescherming bieden. Ga bij een allergische reactie ook altijd naar je huisarts.
(anti-)Zonnebrandmiddelen beschermen tegen schadelijke uv-straling. De zon straalt uv-licht uit. Dat licht kunnen we niet met het blote oog zien. Uv-licht zorgt ervoor dat je bruin wordt en dat je voldoende vitamine D aanmaakt. Vitamine D is goed voor onze tanden, botten, spieren en ons afweersysteem. Maar, langdurige blootstelling aan uv-licht zorgt ook voor verbranding. Bovendien draagt het bij aan huidveroudering omdat uv-licht schade toebrengt aan onze huidcellen. Hoe vaker en hoe ernstiger je je huid verbrandt, hoe meer je huid onherstelbaar beschadigd raakt. In het ergste geval kan dit leiden tot huidkanker. Vooral mensen met een lichte huidskleur (39% van de Nederlanders) zijn gevoelig voor verbranding en lopen daardoor een verhoogd risico om op latere leeftijd huidkanker te krijgen.
Elk jaar krijgen ruim 55.000 Nederlanders het bericht dat ze huidkanker hebben. Meer dan 700 mensen overlijden per jaar aan een melanoom. Deze getallen nemen alleen maar toe doordat we steeds vaker op zonvakanties gaan.
Door je goed in te smeren verminder je de blootstelling aan uv-licht en daardoor dus ook de schadelijke effecten ervan en het risico op huidkanker.
Zonnebrandproducten bevatten UV-filters waardoor minder Uv-straling de huid bereikt. Uv-licht bestaat uit twee soorten, namelijk UV-A (verantwoordelijk voor huidveroudering) en UV-B (de boosdoener bij verbranding). Bij het risico op huidkanker spelen zowel UV-A als UV-B-straling een rol. Het is daarom belangrijk dat zonnebrandproducten beschermen tegen beide soorten straling.
Voor een goede bescherming tegen de zon is het belangrijk voldoende zonnebrandcrème te gebruiken en jezelf regelmatig in te smeren. Je moet je zeker opnieuw insmeren na zwemmen, afdrogen en bij veel zweten, maar eigenlijk is om de 2 uur sowieso aan te raden. Er bestaan ook zonnebrandmiddelen die waterproof zijn. Deze blijven na het zwemmen beter op je huid zitten.
Goed smeren betekent veel en dik smeren, niet spaarzaam smeren. Eigenlijk zou je zo dik moeten smeren als de laag pindakaas die je op je boterham smeert (stichting KWF adviseert minimaal 7 theelepels per smeerbeurt). Doe dit dan ook het liefst 30 minuten voordat je de zon ingaat, zodat de crème goed is ingetrokken.
De mate van uv-B bescherming wordt aangegeven op het product door de SPF, de Sun Protection Factor. De SPF is een getal dat aangeeft hoeveel langer je in de zon kan blijven zonder te verbranden: als je normaal gesproken na 10 minuten zou verbranden, zou je met factor 30 pas na 30×10 = 300 minuten verbranden. Of een product ook bescherming biedt tegen uv-A-straling is terug te vinden door een uv-A symbooltje op de verpakking van het product.
De houdbaarheid van jouw geopende zonneproduct vind je terug op de verpakking als een symbool van een geopend potje gevolgd door een getal en de letter M (12M, bijvoorbeeld, betekent dat het product optimaal te gebruiken is tot 12 maanden na opening). Wanneer je zonnebrandmiddel te warm is geworden of te lang in de volle zon heeft gestaan, kan het product minder stabiel zijn geworden en zijn werking gedeeltelijk verliezen.
Er wordt vaak onderscheid gemaakt tussen ‘chemische’ en ‘minerale’ of ‘fysische’ uv-filters. Hoewel er gesuggereerd wordt dat dit onderscheid is berust op het feit dat de filters een andere werking hebben, is het grootste verschil tussen beide soorten filters de bouwstenen (atomen) waaruit de filters zijn opgebouwd. Wellicht zou een betere benaming dan ook ‘organische’ en ‘anorganische’ filters zijn. De chemische filters hebben met elkaar gemeen dat ze zijn opgebouwd uit koolstofatomen. Dit zijn organische stoffen. De koolstof absorbeert de uv-straling voordat het je huidcellen kan bereiken. Minerale filters bevatten geen koolstof, en worden daarom anorganische genoemd. Hierbij zorgt dus niet koolstof voor uv-absorptie, maar een metaaloxide. Verder werkt de absorptie hetzelfde als bij de chemische filters. Bekende voorbeelden van minerale filters zijn zinkoxide en titaandioxide. Deze metaaloxiden kunnen uv-licht ook voor een gedeelte weerkaatsen (ongeveer 5% uv-B en tot wel 60% uv-A). Hierdoor laten anti-zonnebrandproducten met minerale filters soms wel een wit laagje achter. Een oplossing hiervoor is om de uv-filter deeltjes nog kleiner te maken, tot ze afmetingen hebben van een paar nanometer.
In een anti-zonnebrandproduct worden vaak meerdere verschillende uv-filters gebruikt voor een optimale bescherming tegen uv-B én uv-A.
Je bruine kleurtje biedt je een lichte bescherming tegen de zon, maar enkel tegen uv-B-stralen. Onder invloed van uv-straling produceert je huid een pigment, melanine, dat ervoor zorgt dat je huid verdikt en bruin wordt. Dit is een beschermingsreactie van onze huid tegen de uv-stralen. Het is verstandig om nog altijd een anti-zonnebrandmiddel te gebruiken om jezelf goed te beschermen tegen uv-stralen.
Even onder de zonnebank voordat je naar een zonnig land vertrekt is dus niet een oplossing tegen de schadelijke effecten van de zon.
Nee, zonnebrandcrème is niet kankerverwekkend. Volgens de cosmeticawetgeving mogen er geen kankerverwekkende stoffen in cosmetica zitten. Dit is dus ook het geval voor zonnecosmetica. Een professionele veiligheidsbeoordelaar bekijkt of de gebruikte stoffen in cosmetica wel echt veilig zijn. Daarbij mogen uv-filters alleen in anti-zonnebrandproducten worden gebruikt als deze vooraf zijn goedgekeurd door een Europees onafhankelijk wetenschappelijk comité.
Schadelijke effecten op het milieu door gebruik van anti-zonnebrandproducten is niet te verwachten. Hoewel zonnebrandcrème als we de zee ingaan in het milieu terecht kan komen, doordat het deels van je lichaam afgespoeld wordt, zit er zoveel water in de zee dat de concentratie van de ingrediënten uit jouw zonnebrand in de zee enorm laag is. Dat uv-filters de veroorzakers zouden zijn van verbleking van koraal is gebaseerd op onderzoek waarbij de gemeten concentraties uv-filter veel hoger lagen dan de daadwerkelijke concentratie gemeten in zee. Effecten op het koraal zijn daarom niet te verwachten. Het uitsterven van koraalriffen is een groot probleem en dit is een direct gevolg van opwarming van de aarde.
Het beste kun je direct zonlicht vermijden. Aangezien zonneallergie hoofdzakelijk wordt veroorzaakt door uv-A-straling, kun je het beste op onderzoek uitgaan naar producten die een hoge uv-A bescherming bieden. Ga bij een allergische reactie ook altijd naar je huisarts.
(anti-)Zonnebrandmiddelen beschermen tegen schadelijke uv-straling. De zon straalt uv-licht uit. Dat licht kunnen we niet met het blote oog zien. Uv-licht zorgt ervoor dat je bruin wordt en dat je voldoende vitamine D aanmaakt. Vitamine D is goed voor onze tanden, botten, spieren en ons afweersysteem. Maar, langdurige blootstelling aan uv-licht zorgt ook voor verbranding. Bovendien draagt het bij aan huidveroudering omdat uv-licht schade toebrengt aan onze huidcellen. Hoe vaker en hoe ernstiger je je huid verbrandt, hoe meer je huid onherstelbaar beschadigd raakt. In het ergste geval kan dit leiden tot huidkanker. Vooral mensen met een lichte huidskleur (39% van de Nederlanders) zijn gevoelig voor verbranding en lopen daardoor een verhoogd risico om op latere leeftijd huidkanker te krijgen.
Elk jaar krijgen ruim 55.000 Nederlanders het bericht dat ze huidkanker hebben. Meer dan 700 mensen overlijden per jaar aan een melanoom. Deze getallen nemen alleen maar toe doordat we steeds vaker op zonvakanties gaan.
Door je goed in te smeren verminder je de blootstelling aan uv-licht en daardoor dus ook de schadelijke effecten ervan en het risico op huidkanker.
Zonnebrandproducten bevatten UV-filters waardoor minder Uv-straling de huid bereikt. Uv-licht bestaat uit twee soorten, namelijk UV-A (verantwoordelijk voor huidveroudering) en UV-B (de boosdoener bij verbranding). Bij het risico op huidkanker spelen zowel UV-A als UV-B-straling een rol. Het is daarom belangrijk dat zonnebrandproducten beschermen tegen beide soorten straling.
Voor een goede bescherming tegen de zon is het belangrijk voldoende zonnebrandcrème te gebruiken en jezelf regelmatig in te smeren. Je moet je zeker opnieuw insmeren na zwemmen, afdrogen en bij veel zweten, maar eigenlijk is om de 2 uur sowieso aan te raden. Er bestaan ook zonnebrandmiddelen die waterproof zijn. Deze blijven na het zwemmen beter op je huid zitten.
Goed smeren betekent veel en dik smeren, niet spaarzaam smeren. Eigenlijk zou je zo dik moeten smeren als de laag pindakaas die je op je boterham smeert (stichting KWF adviseert minimaal 7 theelepels per smeerbeurt). Doe dit dan ook het liefst 30 minuten voordat je de zon ingaat, zodat de crème goed is ingetrokken.
De mate van uv-B bescherming wordt aangegeven op het product door de SPF, de Sun Protection Factor. De SPF is een getal dat aangeeft hoeveel langer je in de zon kan blijven zonder te verbranden: als je normaal gesproken na 10 minuten zou verbranden, zou je met factor 30 pas na 30×10 = 300 minuten verbranden. Of een product ook bescherming biedt tegen uv-A-straling is terug te vinden door een uv-A symbooltje op de verpakking van het product.
De houdbaarheid van jouw geopende zonneproduct vind je terug op de verpakking als een symbool van een geopend potje gevolgd door een getal en de letter M (12M, bijvoorbeeld, betekent dat het product optimaal te gebruiken is tot 12 maanden na opening). Wanneer je zonnebrandmiddel te warm is geworden of te lang in de volle zon heeft gestaan, kan het product minder stabiel zijn geworden en zijn werking gedeeltelijk verliezen.
Er wordt vaak onderscheid gemaakt tussen ‘chemische’ en ‘minerale’ of ‘fysische’ uv-filters. Hoewel er gesuggereerd wordt dat dit onderscheid is berust op het feit dat de filters een andere werking hebben, is het grootste verschil tussen beide soorten filters de bouwstenen (atomen) waaruit de filters zijn opgebouwd. Wellicht zou een betere benaming dan ook ‘organische’ en ‘anorganische’ filters zijn. De chemische filters hebben met elkaar gemeen dat ze zijn opgebouwd uit koolstofatomen. Dit zijn organische stoffen. De koolstof absorbeert de uv-straling voordat het je huidcellen kan bereiken. Minerale filters bevatten geen koolstof, en worden daarom anorganische genoemd. Hierbij zorgt dus niet koolstof voor uv-absorptie, maar een metaaloxide. Verder werkt de absorptie hetzelfde als bij de chemische filters. Bekende voorbeelden van minerale filters zijn zinkoxide en titaandioxide. Deze metaaloxiden kunnen uv-licht ook voor een gedeelte weerkaatsen (ongeveer 5% uv-B en tot wel 60% uv-A). Hierdoor laten anti-zonnebrandproducten met minerale filters soms wel een wit laagje achter. Een oplossing hiervoor is om de uv-filter deeltjes nog kleiner te maken, tot ze afmetingen hebben van een paar nanometer.
In een anti-zonnebrandproduct worden vaak meerdere verschillende uv-filters gebruikt voor een optimale bescherming tegen uv-B én uv-A.
Je bruine kleurtje biedt je een lichte bescherming tegen de zon, maar enkel tegen uv-B-stralen. Onder invloed van uv-straling produceert je huid een pigment, melanine, dat ervoor zorgt dat je huid verdikt en bruin wordt. Dit is een beschermingsreactie van onze huid tegen de uv-stralen. Het is verstandig om nog altijd een anti-zonnebrandmiddel te gebruiken om jezelf goed te beschermen tegen uv-stralen.
Even onder de zonnebank voordat je naar een zonnig land vertrekt is dus niet een oplossing tegen de schadelijke effecten van de zon.
Nee, zonnebrandcrème is niet kankerverwekkend. Volgens de cosmeticawetgeving mogen er geen kankerverwekkende stoffen in cosmetica zitten. Dit is dus ook het geval voor zonnecosmetica. Een professionele veiligheidsbeoordelaar bekijkt of de gebruikte stoffen in cosmetica wel echt veilig zijn. Daarbij mogen uv-filters alleen in anti-zonnebrandproducten worden gebruikt als deze vooraf zijn goedgekeurd door een Europees onafhankelijk wetenschappelijk comité.
Schadelijke effecten op het milieu door gebruik van anti-zonnebrandproducten is niet te verwachten. Hoewel zonnebrandcrème als we de zee ingaan in het milieu terecht kan komen, doordat het deels van je lichaam afgespoeld wordt, zit er zoveel water in de zee dat de concentratie van de ingrediënten uit jouw zonnebrand in de zee enorm laag is. Dat uv-filters de veroorzakers zouden zijn van verbleking van koraal is gebaseerd op onderzoek waarbij de gemeten concentraties uv-filter veel hoger lagen dan de daadwerkelijke concentratie gemeten in zee. Effecten op het koraal zijn daarom niet te verwachten. Het uitsterven van koraalriffen is een groot probleem en dit is een direct gevolg van opwarming van de aarde.
Het beste kun je direct zonlicht vermijden. Aangezien zonneallergie hoofdzakelijk wordt veroorzaakt door uv-A-straling, kun je het beste op onderzoek uitgaan naar producten die een hoge uv-A bescherming bieden. Ga bij een allergische reactie ook altijd naar je huisarts.
(anti-)Zonnebrandmiddelen beschermen tegen schadelijke uv-straling. De zon straalt uv-licht uit. Dat licht kunnen we niet met het blote oog zien. Uv-licht zorgt ervoor dat je bruin wordt en dat je voldoende vitamine D aanmaakt. Vitamine D is goed voor onze tanden, botten, spieren en ons afweersysteem. Maar, langdurige blootstelling aan uv-licht zorgt ook voor verbranding. Bovendien draagt het bij aan huidveroudering omdat uv-licht schade toebrengt aan onze huidcellen. Hoe vaker en hoe ernstiger je je huid verbrandt, hoe meer je huid onherstelbaar beschadigd raakt. In het ergste geval kan dit leiden tot huidkanker. Vooral mensen met een lichte huidskleur (39% van de Nederlanders) zijn gevoelig voor verbranding en lopen daardoor een verhoogd risico om op latere leeftijd huidkanker te krijgen.
Elk jaar krijgen ruim 55.000 Nederlanders het bericht dat ze huidkanker hebben. Meer dan 700 mensen overlijden per jaar aan een melanoom. Deze getallen nemen alleen maar toe doordat we steeds vaker op zonvakanties gaan.
Door je goed in te smeren verminder je de blootstelling aan uv-licht en daardoor dus ook de schadelijke effecten ervan en het risico op huidkanker.
Zonnebrandproducten bevatten UV-filters waardoor minder Uv-straling de huid bereikt. Uv-licht bestaat uit twee soorten, namelijk UV-A (verantwoordelijk voor huidveroudering) en UV-B (de boosdoener bij verbranding). Bij het risico op huidkanker spelen zowel UV-A als UV-B-straling een rol. Het is daarom belangrijk dat zonnebrandproducten beschermen tegen beide soorten straling.
Voor een goede bescherming tegen de zon is het belangrijk voldoende zonnebrandcrème te gebruiken en jezelf regelmatig in te smeren. Je moet je zeker opnieuw insmeren na zwemmen, afdrogen en bij veel zweten, maar eigenlijk is om de 2 uur sowieso aan te raden. Er bestaan ook zonnebrandmiddelen die waterproof zijn. Deze blijven na het zwemmen beter op je huid zitten.
Goed smeren betekent veel en dik smeren, niet spaarzaam smeren. Eigenlijk zou je zo dik moeten smeren als de laag pindakaas die je op je boterham smeert (stichting KWF adviseert minimaal 7 theelepels per smeerbeurt). Doe dit dan ook het liefst 30 minuten voordat je de zon ingaat, zodat de crème goed is ingetrokken.
De mate van uv-B bescherming wordt aangegeven op het product door de SPF, de Sun Protection Factor. De SPF is een getal dat aangeeft hoeveel langer je in de zon kan blijven zonder te verbranden: als je normaal gesproken na 10 minuten zou verbranden, zou je met factor 30 pas na 30×10 = 300 minuten verbranden. Of een product ook bescherming biedt tegen uv-A-straling is terug te vinden door een uv-A symbooltje op de verpakking van het product.
De houdbaarheid van jouw geopende zonneproduct vind je terug op de verpakking als een symbool van een geopend potje gevolgd door een getal en de letter M (12M, bijvoorbeeld, betekent dat het product optimaal te gebruiken is tot 12 maanden na opening). Wanneer je zonnebrandmiddel te warm is geworden of te lang in de volle zon heeft gestaan, kan het product minder stabiel zijn geworden en zijn werking gedeeltelijk verliezen.
Er wordt vaak onderscheid gemaakt tussen ‘chemische’ en ‘minerale’ of ‘fysische’ uv-filters. Hoewel er gesuggereerd wordt dat dit onderscheid is berust op het feit dat de filters een andere werking hebben, is het grootste verschil tussen beide soorten filters de bouwstenen (atomen) waaruit de filters zijn opgebouwd. Wellicht zou een betere benaming dan ook ‘organische’ en ‘anorganische’ filters zijn. De chemische filters hebben met elkaar gemeen dat ze zijn opgebouwd uit koolstofatomen. Dit zijn organische stoffen. De koolstof absorbeert de uv-straling voordat het je huidcellen kan bereiken. Minerale filters bevatten geen koolstof, en worden daarom anorganische genoemd. Hierbij zorgt dus niet koolstof voor uv-absorptie, maar een metaaloxide. Verder werkt de absorptie hetzelfde als bij de chemische filters. Bekende voorbeelden van minerale filters zijn zinkoxide en titaandioxide. Deze metaaloxiden kunnen uv-licht ook voor een gedeelte weerkaatsen (ongeveer 5% uv-B en tot wel 60% uv-A). Hierdoor laten anti-zonnebrandproducten met minerale filters soms wel een wit laagje achter. Een oplossing hiervoor is om de uv-filter deeltjes nog kleiner te maken, tot ze afmetingen hebben van een paar nanometer.
In een anti-zonnebrandproduct worden vaak meerdere verschillende uv-filters gebruikt voor een optimale bescherming tegen uv-B én uv-A.
Je bruine kleurtje biedt je een lichte bescherming tegen de zon, maar enkel tegen uv-B-stralen. Onder invloed van uv-straling produceert je huid een pigment, melanine, dat ervoor zorgt dat je huid verdikt en bruin wordt. Dit is een beschermingsreactie van onze huid tegen de uv-stralen. Het is verstandig om nog altijd een anti-zonnebrandmiddel te gebruiken om jezelf goed te beschermen tegen uv-stralen.
Even onder de zonnebank voordat je naar een zonnig land vertrekt is dus niet een oplossing tegen de schadelijke effecten van de zon.
Nee, zonnebrandcrème is niet kankerverwekkend. Volgens de cosmeticawetgeving mogen er geen kankerverwekkende stoffen in cosmetica zitten. Dit is dus ook het geval voor zonnecosmetica. Een professionele veiligheidsbeoordelaar bekijkt of de gebruikte stoffen in cosmetica wel echt veilig zijn. Daarbij mogen uv-filters alleen in anti-zonnebrandproducten worden gebruikt als deze vooraf zijn goedgekeurd door een Europees onafhankelijk wetenschappelijk comité.
Schadelijke effecten op het milieu door gebruik van anti-zonnebrandproducten is niet te verwachten. Hoewel zonnebrandcrème als we de zee ingaan in het milieu terecht kan komen, doordat het deels van je lichaam afgespoeld wordt, zit er zoveel water in de zee dat de concentratie van de ingrediënten uit jouw zonnebrand in de zee enorm laag is. Dat uv-filters de veroorzakers zouden zijn van verbleking van koraal is gebaseerd op onderzoek waarbij de gemeten concentraties uv-filter veel hoger lagen dan de daadwerkelijke concentratie gemeten in zee. Effecten op het koraal zijn daarom niet te verwachten. Het uitsterven van koraalriffen is een groot probleem en dit is een direct gevolg van opwarming van de aarde.
Het beste kun je direct zonlicht vermijden. Aangezien zonneallergie hoofdzakelijk wordt veroorzaakt door uv-A-straling, kun je het beste op onderzoek uitgaan naar producten die een hoge uv-A bescherming bieden. Ga bij een allergische reactie ook altijd naar je huisarts.
(anti-)Zonnebrandmiddelen beschermen tegen schadelijke uv-straling. De zon straalt uv-licht uit. Dat licht kunnen we niet met het blote oog zien. Uv-licht zorgt ervoor dat je bruin wordt en dat je voldoende vitamine D aanmaakt. Vitamine D is goed voor onze tanden, botten, spieren en ons afweersysteem. Maar, langdurige blootstelling aan uv-licht zorgt ook voor verbranding. Bovendien draagt het bij aan huidveroudering omdat uv-licht schade toebrengt aan onze huidcellen. Hoe vaker en hoe ernstiger je je huid verbrandt, hoe meer je huid onherstelbaar beschadigd raakt. In het ergste geval kan dit leiden tot huidkanker. Vooral mensen met een lichte huidskleur (39% van de Nederlanders) zijn gevoelig voor verbranding en lopen daardoor een verhoogd risico om op latere leeftijd huidkanker te krijgen.
Elk jaar krijgen ruim 55.000 Nederlanders het bericht dat ze huidkanker hebben. Meer dan 700 mensen overlijden per jaar aan een melanoom. Deze getallen nemen alleen maar toe doordat we steeds vaker op zonvakanties gaan.
Door je goed in te smeren verminder je de blootstelling aan uv-licht en daardoor dus ook de schadelijke effecten ervan en het risico op huidkanker.
Zonnebrandproducten bevatten UV-filters waardoor minder Uv-straling de huid bereikt. Uv-licht bestaat uit twee soorten, namelijk UV-A (verantwoordelijk voor huidveroudering) en UV-B (de boosdoener bij verbranding). Bij het risico op huidkanker spelen zowel UV-A als UV-B-straling een rol. Het is daarom belangrijk dat zonnebrandproducten beschermen tegen beide soorten straling.
Voor een goede bescherming tegen de zon is het belangrijk voldoende zonnebrandcrème te gebruiken en jezelf regelmatig in te smeren. Je moet je zeker opnieuw insmeren na zwemmen, afdrogen en bij veel zweten, maar eigenlijk is om de 2 uur sowieso aan te raden. Er bestaan ook zonnebrandmiddelen die waterproof zijn. Deze blijven na het zwemmen beter op je huid zitten.
Goed smeren betekent veel en dik smeren, niet spaarzaam smeren. Eigenlijk zou je zo dik moeten smeren als de laag pindakaas die je op je boterham smeert (stichting KWF adviseert minimaal 7 theelepels per smeerbeurt). Doe dit dan ook het liefst 30 minuten voordat je de zon ingaat, zodat de crème goed is ingetrokken.
De mate van uv-B bescherming wordt aangegeven op het product door de SPF, de Sun Protection Factor. De SPF is een getal dat aangeeft hoeveel langer je in de zon kan blijven zonder te verbranden: als je normaal gesproken na 10 minuten zou verbranden, zou je met factor 30 pas na 30×10 = 300 minuten verbranden. Of een product ook bescherming biedt tegen uv-A-straling is terug te vinden door een uv-A symbooltje op de verpakking van het product.
De houdbaarheid van jouw geopende zonneproduct vind je terug op de verpakking als een symbool van een geopend potje gevolgd door een getal en de letter M (12M, bijvoorbeeld, betekent dat het product optimaal te gebruiken is tot 12 maanden na opening). Wanneer je zonnebrandmiddel te warm is geworden of te lang in de volle zon heeft gestaan, kan het product minder stabiel zijn geworden en zijn werking gedeeltelijk verliezen.
Er wordt vaak onderscheid gemaakt tussen ‘chemische’ en ‘minerale’ of ‘fysische’ uv-filters. Hoewel er gesuggereerd wordt dat dit onderscheid is berust op het feit dat de filters een andere werking hebben, is het grootste verschil tussen beide soorten filters de bouwstenen (atomen) waaruit de filters zijn opgebouwd. Wellicht zou een betere benaming dan ook ‘organische’ en ‘anorganische’ filters zijn. De chemische filters hebben met elkaar gemeen dat ze zijn opgebouwd uit koolstofatomen. Dit zijn organische stoffen. De koolstof absorbeert de uv-straling voordat het je huidcellen kan bereiken. Minerale filters bevatten geen koolstof, en worden daarom anorganische genoemd. Hierbij zorgt dus niet koolstof voor uv-absorptie, maar een metaaloxide. Verder werkt de absorptie hetzelfde als bij de chemische filters. Bekende voorbeelden van minerale filters zijn zinkoxide en titaandioxide. Deze metaaloxiden kunnen uv-licht ook voor een gedeelte weerkaatsen (ongeveer 5% uv-B en tot wel 60% uv-A). Hierdoor laten anti-zonnebrandproducten met minerale filters soms wel een wit laagje achter. Een oplossing hiervoor is om de uv-filter deeltjes nog kleiner te maken, tot ze afmetingen hebben van een paar nanometer.
In een anti-zonnebrandproduct worden vaak meerdere verschillende uv-filters gebruikt voor een optimale bescherming tegen uv-B én uv-A.
Je bruine kleurtje biedt je een lichte bescherming tegen de zon, maar enkel tegen uv-B-stralen. Onder invloed van uv-straling produceert je huid een pigment, melanine, dat ervoor zorgt dat je huid verdikt en bruin wordt. Dit is een beschermingsreactie van onze huid tegen de uv-stralen. Het is verstandig om nog altijd een anti-zonnebrandmiddel te gebruiken om jezelf goed te beschermen tegen uv-stralen.
Even onder de zonnebank voordat je naar een zonnig land vertrekt is dus niet een oplossing tegen de schadelijke effecten van de zon.
Nee, zonnebrandcrème is niet kankerverwekkend. Volgens de cosmeticawetgeving mogen er geen kankerverwekkende stoffen in cosmetica zitten. Dit is dus ook het geval voor zonnecosmetica. Een professionele veiligheidsbeoordelaar bekijkt of de gebruikte stoffen in cosmetica wel echt veilig zijn. Daarbij mogen uv-filters alleen in anti-zonnebrandproducten worden gebruikt als deze vooraf zijn goedgekeurd door een Europees onafhankelijk wetenschappelijk comité.
Schadelijke effecten op het milieu door gebruik van anti-zonnebrandproducten is niet te verwachten. Hoewel zonnebrandcrème als we de zee ingaan in het milieu terecht kan komen, doordat het deels van je lichaam afgespoeld wordt, zit er zoveel water in de zee dat de concentratie van de ingrediënten uit jouw zonnebrand in de zee enorm laag is. Dat uv-filters de veroorzakers zouden zijn van verbleking van koraal is gebaseerd op onderzoek waarbij de gemeten concentraties uv-filter veel hoger lagen dan de daadwerkelijke concentratie gemeten in zee. Effecten op het koraal zijn daarom niet te verwachten. Het uitsterven van koraalriffen is een groot probleem en dit is een direct gevolg van opwarming van de aarde.
Het beste kun je direct zonlicht vermijden. Aangezien zonneallergie hoofdzakelijk wordt veroorzaakt door uv-A-straling, kun je het beste op onderzoek uitgaan naar producten die een hoge uv-A bescherming bieden. Ga bij een allergische reactie ook altijd naar je huisarts.
(anti-)Zonnebrandmiddelen beschermen tegen schadelijke uv-straling. De zon straalt uv-licht uit. Dat licht kunnen we niet met het blote oog zien. Uv-licht zorgt ervoor dat je bruin wordt en dat je voldoende vitamine D aanmaakt. Vitamine D is goed voor onze tanden, botten, spieren en ons afweersysteem. Maar, langdurige blootstelling aan uv-licht zorgt ook voor verbranding. Bovendien draagt het bij aan huidveroudering omdat uv-licht schade toebrengt aan onze huidcellen. Hoe vaker en hoe ernstiger je je huid verbrandt, hoe meer je huid onherstelbaar beschadigd raakt. In het ergste geval kan dit leiden tot huidkanker. Vooral mensen met een lichte huidskleur (39% van de Nederlanders) zijn gevoelig voor verbranding en lopen daardoor een verhoogd risico om op latere leeftijd huidkanker te krijgen.
Elk jaar krijgen ruim 55.000 Nederlanders het bericht dat ze huidkanker hebben. Meer dan 700 mensen overlijden per jaar aan een melanoom. Deze getallen nemen alleen maar toe doordat we steeds vaker op zonvakanties gaan.
Door je goed in te smeren verminder je de blootstelling aan uv-licht en daardoor dus ook de schadelijke effecten ervan en het risico op huidkanker.
Zonnebrandproducten bevatten UV-filters waardoor minder Uv-straling de huid bereikt. Uv-licht bestaat uit twee soorten, namelijk UV-A (verantwoordelijk voor huidveroudering) en UV-B (de boosdoener bij verbranding). Bij het risico op huidkanker spelen zowel UV-A als UV-B-straling een rol. Het is daarom belangrijk dat zonnebrandproducten beschermen tegen beide soorten straling.
Voor een goede bescherming tegen de zon is het belangrijk voldoende zonnebrandcrème te gebruiken en jezelf regelmatig in te smeren. Je moet je zeker opnieuw insmeren na zwemmen, afdrogen en bij veel zweten, maar eigenlijk is om de 2 uur sowieso aan te raden. Er bestaan ook zonnebrandmiddelen die waterproof zijn. Deze blijven na het zwemmen beter op je huid zitten.
Goed smeren betekent veel en dik smeren, niet spaarzaam smeren. Eigenlijk zou je zo dik moeten smeren als de laag pindakaas die je op je boterham smeert (stichting KWF adviseert minimaal 7 theelepels per smeerbeurt). Doe dit dan ook het liefst 30 minuten voordat je de zon ingaat, zodat de crème goed is ingetrokken.
De mate van uv-B bescherming wordt aangegeven op het product door de SPF, de Sun Protection Factor. De SPF is een getal dat aangeeft hoeveel langer je in de zon kan blijven zonder te verbranden: als je normaal gesproken na 10 minuten zou verbranden, zou je met factor 30 pas na 30×10 = 300 minuten verbranden. Of een product ook bescherming biedt tegen uv-A-straling is terug te vinden door een uv-A symbooltje op de verpakking van het product.
De houdbaarheid van jouw geopende zonneproduct vind je terug op de verpakking als een symbool van een geopend potje gevolgd door een getal en de letter M (12M, bijvoorbeeld, betekent dat het product optimaal te gebruiken is tot 12 maanden na opening). Wanneer je zonnebrandmiddel te warm is geworden of te lang in de volle zon heeft gestaan, kan het product minder stabiel zijn geworden en zijn werking gedeeltelijk verliezen.
Er wordt vaak onderscheid gemaakt tussen ‘chemische’ en ‘minerale’ of ‘fysische’ uv-filters. Hoewel er gesuggereerd wordt dat dit onderscheid is berust op het feit dat de filters een andere werking hebben, is het grootste verschil tussen beide soorten filters de bouwstenen (atomen) waaruit de filters zijn opgebouwd. Wellicht zou een betere benaming dan ook ‘organische’ en ‘anorganische’ filters zijn. De chemische filters hebben met elkaar gemeen dat ze zijn opgebouwd uit koolstofatomen. Dit zijn organische stoffen. De koolstof absorbeert de uv-straling voordat het je huidcellen kan bereiken. Minerale filters bevatten geen koolstof, en worden daarom anorganische genoemd. Hierbij zorgt dus niet koolstof voor uv-absorptie, maar een metaaloxide. Verder werkt de absorptie hetzelfde als bij de chemische filters. Bekende voorbeelden van minerale filters zijn zinkoxide en titaandioxide. Deze metaaloxiden kunnen uv-licht ook voor een gedeelte weerkaatsen (ongeveer 5% uv-B en tot wel 60% uv-A). Hierdoor laten anti-zonnebrandproducten met minerale filters soms wel een wit laagje achter. Een oplossing hiervoor is om de uv-filter deeltjes nog kleiner te maken, tot ze afmetingen hebben van een paar nanometer.
In een anti-zonnebrandproduct worden vaak meerdere verschillende uv-filters gebruikt voor een optimale bescherming tegen uv-B én uv-A.
Je bruine kleurtje biedt je een lichte bescherming tegen de zon, maar enkel tegen uv-B-stralen. Onder invloed van uv-straling produceert je huid een pigment, melanine, dat ervoor zorgt dat je huid verdikt en bruin wordt. Dit is een beschermingsreactie van onze huid tegen de uv-stralen. Het is verstandig om nog altijd een anti-zonnebrandmiddel te gebruiken om jezelf goed te beschermen tegen uv-stralen.
Even onder de zonnebank voordat je naar een zonnig land vertrekt is dus niet een oplossing tegen de schadelijke effecten van de zon.
Nee, zonnebrandcrème is niet kankerverwekkend. Volgens de cosmeticawetgeving mogen er geen kankerverwekkende stoffen in cosmetica zitten. Dit is dus ook het geval voor zonnecosmetica. Een professionele veiligheidsbeoordelaar bekijkt of de gebruikte stoffen in cosmetica wel echt veilig zijn. Daarbij mogen uv-filters alleen in anti-zonnebrandproducten worden gebruikt als deze vooraf zijn goedgekeurd door een Europees onafhankelijk wetenschappelijk comité.
Schadelijke effecten op het milieu door gebruik van anti-zonnebrandproducten is niet te verwachten. Hoewel zonnebrandcrème als we de zee ingaan in het milieu terecht kan komen, doordat het deels van je lichaam afgespoeld wordt, zit er zoveel water in de zee dat de concentratie van de ingrediënten uit jouw zonnebrand in de zee enorm laag is. Dat uv-filters de veroorzakers zouden zijn van verbleking van koraal is gebaseerd op onderzoek waarbij de gemeten concentraties uv-filter veel hoger lagen dan de daadwerkelijke concentratie gemeten in zee. Effecten op het koraal zijn daarom niet te verwachten. Het uitsterven van koraalriffen is een groot probleem en dit is een direct gevolg van opwarming van de aarde.
Het beste kun je direct zonlicht vermijden. Aangezien zonneallergie hoofdzakelijk wordt veroorzaakt door uv-A-straling, kun je het beste op onderzoek uitgaan naar producten die een hoge uv-A bescherming bieden. Ga bij een allergische reactie ook altijd naar je huisarts.
(anti-)Zonnebrandmiddelen beschermen tegen schadelijke uv-straling. De zon straalt uv-licht uit. Dat licht kunnen we niet met het blote oog zien. Uv-licht zorgt ervoor dat je bruin wordt en dat je voldoende vitamine D aanmaakt. Vitamine D is goed voor onze tanden, botten, spieren en ons afweersysteem. Maar, langdurige blootstelling aan uv-licht zorgt ook voor verbranding. Bovendien draagt het bij aan huidveroudering omdat uv-licht schade toebrengt aan onze huidcellen. Hoe vaker en hoe ernstiger je je huid verbrandt, hoe meer je huid onherstelbaar beschadigd raakt. In het ergste geval kan dit leiden tot huidkanker. Vooral mensen met een lichte huidskleur (39% van de Nederlanders) zijn gevoelig voor verbranding en lopen daardoor een verhoogd risico om op latere leeftijd huidkanker te krijgen.
Elk jaar krijgen ruim 55.000 Nederlanders het bericht dat ze huidkanker hebben. Meer dan 700 mensen overlijden per jaar aan een melanoom. Deze getallen nemen alleen maar toe doordat we steeds vaker op zonvakanties gaan.
Door je goed in te smeren verminder je de blootstelling aan uv-licht en daardoor dus ook de schadelijke effecten ervan en het risico op huidkanker.
Zonnebrandproducten bevatten UV-filters waardoor minder Uv-straling de huid bereikt. Uv-licht bestaat uit twee soorten, namelijk UV-A (verantwoordelijk voor huidveroudering) en UV-B (de boosdoener bij verbranding). Bij het risico op huidkanker spelen zowel UV-A als UV-B-straling een rol. Het is daarom belangrijk dat zonnebrandproducten beschermen tegen beide soorten straling.
Voor een goede bescherming tegen de zon is het belangrijk voldoende zonnebrandcrème te gebruiken en jezelf regelmatig in te smeren. Je moet je zeker opnieuw insmeren na zwemmen, afdrogen en bij veel zweten, maar eigenlijk is om de 2 uur sowieso aan te raden. Er bestaan ook zonnebrandmiddelen die waterproof zijn. Deze blijven na het zwemmen beter op je huid zitten.
Goed smeren betekent veel en dik smeren, niet spaarzaam smeren. Eigenlijk zou je zo dik moeten smeren als de laag pindakaas die je op je boterham smeert (stichting KWF adviseert minimaal 7 theelepels per smeerbeurt). Doe dit dan ook het liefst 30 minuten voordat je de zon ingaat, zodat de crème goed is ingetrokken.
De mate van uv-B bescherming wordt aangegeven op het product door de SPF, de Sun Protection Factor. De SPF is een getal dat aangeeft hoeveel langer je in de zon kan blijven zonder te verbranden: als je normaal gesproken na 10 minuten zou verbranden, zou je met factor 30 pas na 30×10 = 300 minuten verbranden. Of een product ook bescherming biedt tegen uv-A-straling is terug te vinden door een uv-A symbooltje op de verpakking van het product.
De houdbaarheid van jouw geopende zonneproduct vind je terug op de verpakking als een symbool van een geopend potje gevolgd door een getal en de letter M (12M, bijvoorbeeld, betekent dat het product optimaal te gebruiken is tot 12 maanden na opening). Wanneer je zonnebrandmiddel te warm is geworden of te lang in de volle zon heeft gestaan, kan het product minder stabiel zijn geworden en zijn werking gedeeltelijk verliezen.
Er wordt vaak onderscheid gemaakt tussen ‘chemische’ en ‘minerale’ of ‘fysische’ uv-filters. Hoewel er gesuggereerd wordt dat dit onderscheid is berust op het feit dat de filters een andere werking hebben, is het grootste verschil tussen beide soorten filters de bouwstenen (atomen) waaruit de filters zijn opgebouwd. Wellicht zou een betere benaming dan ook ‘organische’ en ‘anorganische’ filters zijn. De chemische filters hebben met elkaar gemeen dat ze zijn opgebouwd uit koolstofatomen. Dit zijn organische stoffen. De koolstof absorbeert de uv-straling voordat het je huidcellen kan bereiken. Minerale filters bevatten geen koolstof, en worden daarom anorganische genoemd. Hierbij zorgt dus niet koolstof voor uv-absorptie, maar een metaaloxide. Verder werkt de absorptie hetzelfde als bij de chemische filters. Bekende voorbeelden van minerale filters zijn zinkoxide en titaandioxide. Deze metaaloxiden kunnen uv-licht ook voor een gedeelte weerkaatsen (ongeveer 5% uv-B en tot wel 60% uv-A). Hierdoor laten anti-zonnebrandproducten met minerale filters soms wel een wit laagje achter. Een oplossing hiervoor is om de uv-filter deeltjes nog kleiner te maken, tot ze afmetingen hebben van een paar nanometer.
In een anti-zonnebrandproduct worden vaak meerdere verschillende uv-filters gebruikt voor een optimale bescherming tegen uv-B én uv-A.
Je bruine kleurtje biedt je een lichte bescherming tegen de zon, maar enkel tegen uv-B-stralen. Onder invloed van uv-straling produceert je huid een pigment, melanine, dat ervoor zorgt dat je huid verdikt en bruin wordt. Dit is een beschermingsreactie van onze huid tegen de uv-stralen. Het is verstandig om nog altijd een anti-zonnebrandmiddel te gebruiken om jezelf goed te beschermen tegen uv-stralen.
Even onder de zonnebank voordat je naar een zonnig land vertrekt is dus niet een oplossing tegen de schadelijke effecten van de zon.
Nee, zonnebrandcrème is niet kankerverwekkend. Volgens de cosmeticawetgeving mogen er geen kankerverwekkende stoffen in cosmetica zitten. Dit is dus ook het geval voor zonnecosmetica. Een professionele veiligheidsbeoordelaar bekijkt of de gebruikte stoffen in cosmetica wel echt veilig zijn. Daarbij mogen uv-filters alleen in anti-zonnebrandproducten worden gebruikt als deze vooraf zijn goedgekeurd door een Europees onafhankelijk wetenschappelijk comité.
Schadelijke effecten op het milieu door gebruik van anti-zonnebrandproducten is niet te verwachten. Hoewel zonnebrandcrème als we de zee ingaan in het milieu terecht kan komen, doordat het deels van je lichaam afgespoeld wordt, zit er zoveel water in de zee dat de concentratie van de ingrediënten uit jouw zonnebrand in de zee enorm laag is. Dat uv-filters de veroorzakers zouden zijn van verbleking van koraal is gebaseerd op onderzoek waarbij de gemeten concentraties uv-filter veel hoger lagen dan de daadwerkelijke concentratie gemeten in zee. Effecten op het koraal zijn daarom niet te verwachten. Het uitsterven van koraalriffen is een groot probleem en dit is een direct gevolg van opwarming van de aarde.
Het beste kun je direct zonlicht vermijden. Aangezien zonneallergie hoofdzakelijk wordt veroorzaakt door uv-A-straling, kun je het beste op onderzoek uitgaan naar producten die een hoge uv-A bescherming bieden. Ga bij een allergische reactie ook altijd naar je huisarts.
(anti-)Zonnebrandmiddelen beschermen tegen schadelijke uv-straling. De zon straalt uv-licht uit. Dat licht kunnen we niet met het blote oog zien. Uv-licht zorgt ervoor dat je bruin wordt en dat je voldoende vitamine D aanmaakt. Vitamine D is goed voor onze tanden, botten, spieren en ons afweersysteem. Maar, langdurige blootstelling aan uv-licht zorgt ook voor verbranding. Bovendien draagt het bij aan huidveroudering omdat uv-licht schade toebrengt aan onze huidcellen. Hoe vaker en hoe ernstiger je je huid verbrandt, hoe meer je huid onherstelbaar beschadigd raakt. In het ergste geval kan dit leiden tot huidkanker. Vooral mensen met een lichte huidskleur (39% van de Nederlanders) zijn gevoelig voor verbranding en lopen daardoor een verhoogd risico om op latere leeftijd huidkanker te krijgen.
Elk jaar krijgen ruim 55.000 Nederlanders het bericht dat ze huidkanker hebben. Meer dan 700 mensen overlijden per jaar aan een melanoom. Deze getallen nemen alleen maar toe doordat we steeds vaker op zonvakanties gaan.
Door je goed in te smeren verminder je de blootstelling aan uv-licht en daardoor dus ook de schadelijke effecten ervan en het risico op huidkanker.
Zonnebrandproducten bevatten UV-filters waardoor minder Uv-straling de huid bereikt. Uv-licht bestaat uit twee soorten, namelijk UV-A (verantwoordelijk voor huidveroudering) en UV-B (de boosdoener bij verbranding). Bij het risico op huidkanker spelen zowel UV-A als UV-B-straling een rol. Het is daarom belangrijk dat zonnebrandproducten beschermen tegen beide soorten straling.
Voor een goede bescherming tegen de zon is het belangrijk voldoende zonnebrandcrème te gebruiken en jezelf regelmatig in te smeren. Je moet je zeker opnieuw insmeren na zwemmen, afdrogen en bij veel zweten, maar eigenlijk is om de 2 uur sowieso aan te raden. Er bestaan ook zonnebrandmiddelen die waterproof zijn. Deze blijven na het zwemmen beter op je huid zitten.
Goed smeren betekent veel en dik smeren, niet spaarzaam smeren. Eigenlijk zou je zo dik moeten smeren als de laag pindakaas die je op je boterham smeert (stichting KWF adviseert minimaal 7 theelepels per smeerbeurt). Doe dit dan ook het liefst 30 minuten voordat je de zon ingaat, zodat de crème goed is ingetrokken.
De mate van uv-B bescherming wordt aangegeven op het product door de SPF, de Sun Protection Factor. De SPF is een getal dat aangeeft hoeveel langer je in de zon kan blijven zonder te verbranden: als je normaal gesproken na 10 minuten zou verbranden, zou je met factor 30 pas na 30×10 = 300 minuten verbranden. Of een product ook bescherming biedt tegen uv-A-straling is terug te vinden door een uv-A symbooltje op de verpakking van het product.
De houdbaarheid van jouw geopende zonneproduct vind je terug op de verpakking als een symbool van een geopend potje gevolgd door een getal en de letter M (12M, bijvoorbeeld, betekent dat het product optimaal te gebruiken is tot 12 maanden na opening). Wanneer je zonnebrandmiddel te warm is geworden of te lang in de volle zon heeft gestaan, kan het product minder stabiel zijn geworden en zijn werking gedeeltelijk verliezen.
Er wordt vaak onderscheid gemaakt tussen ‘chemische’ en ‘minerale’ of ‘fysische’ uv-filters. Hoewel er gesuggereerd wordt dat dit onderscheid is berust op het feit dat de filters een andere werking hebben, is het grootste verschil tussen beide soorten filters de bouwstenen (atomen) waaruit de filters zijn opgebouwd. Wellicht zou een betere benaming dan ook ‘organische’ en ‘anorganische’ filters zijn. De chemische filters hebben met elkaar gemeen dat ze zijn opgebouwd uit koolstofatomen. Dit zijn organische stoffen. De koolstof absorbeert de uv-straling voordat het je huidcellen kan bereiken. Minerale filters bevatten geen koolstof, en worden daarom anorganische genoemd. Hierbij zorgt dus niet koolstof voor uv-absorptie, maar een metaaloxide. Verder werkt de absorptie hetzelfde als bij de chemische filters. Bekende voorbeelden van minerale filters zijn zinkoxide en titaandioxide. Deze metaaloxiden kunnen uv-licht ook voor een gedeelte weerkaatsen (ongeveer 5% uv-B en tot wel 60% uv-A). Hierdoor laten anti-zonnebrandproducten met minerale filters soms wel een wit laagje achter. Een oplossing hiervoor is om de uv-filter deeltjes nog kleiner te maken, tot ze afmetingen hebben van een paar nanometer.
In een anti-zonnebrandproduct worden vaak meerdere verschillende uv-filters gebruikt voor een optimale bescherming tegen uv-B én uv-A.
Je bruine kleurtje biedt je een lichte bescherming tegen de zon, maar enkel tegen uv-B-stralen. Onder invloed van uv-straling produceert je huid een pigment, melanine, dat ervoor zorgt dat je huid verdikt en bruin wordt. Dit is een beschermingsreactie van onze huid tegen de uv-stralen. Het is verstandig om nog altijd een anti-zonnebrandmiddel te gebruiken om jezelf goed te beschermen tegen uv-stralen.
Even onder de zonnebank voordat je naar een zonnig land vertrekt is dus niet een oplossing tegen de schadelijke effecten van de zon.
Nee, zonnebrandcrème is niet kankerverwekkend. Volgens de cosmeticawetgeving mogen er geen kankerverwekkende stoffen in cosmetica zitten. Dit is dus ook het geval voor zonnecosmetica. Een professionele veiligheidsbeoordelaar bekijkt of de gebruikte stoffen in cosmetica wel echt veilig zijn. Daarbij mogen uv-filters alleen in anti-zonnebrandproducten worden gebruikt als deze vooraf zijn goedgekeurd door een Europees onafhankelijk wetenschappelijk comité.
Schadelijke effecten op het milieu door gebruik van anti-zonnebrandproducten is niet te verwachten. Hoewel zonnebrandcrème als we de zee ingaan in het milieu terecht kan komen, doordat het deels van je lichaam afgespoeld wordt, zit er zoveel water in de zee dat de concentratie van de ingrediënten uit jouw zonnebrand in de zee enorm laag is. Dat uv-filters de veroorzakers zouden zijn van verbleking van koraal is gebaseerd op onderzoek waarbij de gemeten concentraties uv-filter veel hoger lagen dan de daadwerkelijke concentratie gemeten in zee. Effecten op het koraal zijn daarom niet te verwachten. Het uitsterven van koraalriffen is een groot probleem en dit is een direct gevolg van opwarming van de aarde.
Het beste kun je direct zonlicht vermijden. Aangezien zonneallergie hoofdzakelijk wordt veroorzaakt door uv-A-straling, kun je het beste op onderzoek uitgaan naar producten die een hoge uv-A bescherming bieden. Ga bij een allergische reactie ook altijd naar je huisarts.
(anti-)Zonnebrandmiddelen beschermen tegen schadelijke uv-straling. De zon straalt uv-licht uit. Dat licht kunnen we niet met het blote oog zien. Uv-licht zorgt ervoor dat je bruin wordt en dat je voldoende vitamine D aanmaakt. Vitamine D is goed voor onze tanden, botten, spieren en ons afweersysteem. Maar, langdurige blootstelling aan uv-licht zorgt ook voor verbranding. Bovendien draagt het bij aan huidveroudering omdat uv-licht schade toebrengt aan onze huidcellen. Hoe vaker en hoe ernstiger je je huid verbrandt, hoe meer je huid onherstelbaar beschadigd raakt. In het ergste geval kan dit leiden tot huidkanker. Vooral mensen met een lichte huidskleur (39% van de Nederlanders) zijn gevoelig voor verbranding en lopen daardoor een verhoogd risico om op latere leeftijd huidkanker te krijgen.
Elk jaar krijgen ruim 55.000 Nederlanders het bericht dat ze huidkanker hebben. Meer dan 700 mensen overlijden per jaar aan een melanoom. Deze getallen nemen alleen maar toe doordat we steeds vaker op zonvakanties gaan.
Door je goed in te smeren verminder je de blootstelling aan uv-licht en daardoor dus ook de schadelijke effecten ervan en het risico op huidkanker.
Zonnebrandproducten bevatten UV-filters waardoor minder Uv-straling de huid bereikt. Uv-licht bestaat uit twee soorten, namelijk UV-A (verantwoordelijk voor huidveroudering) en UV-B (de boosdoener bij verbranding). Bij het risico op huidkanker spelen zowel UV-A als UV-B-straling een rol. Het is daarom belangrijk dat zonnebrandproducten beschermen tegen beide soorten straling.
Voor een goede bescherming tegen de zon is het belangrijk voldoende zonnebrandcrème te gebruiken en jezelf regelmatig in te smeren. Je moet je zeker opnieuw insmeren na zwemmen, afdrogen en bij veel zweten, maar eigenlijk is om de 2 uur sowieso aan te raden. Er bestaan ook zonnebrandmiddelen die waterproof zijn. Deze blijven na het zwemmen beter op je huid zitten.
Goed smeren betekent veel en dik smeren, niet spaarzaam smeren. Eigenlijk zou je zo dik moeten smeren als de laag pindakaas die je op je boterham smeert (stichting KWF adviseert minimaal 7 theelepels per smeerbeurt). Doe dit dan ook het liefst 30 minuten voordat je de zon ingaat, zodat de crème goed is ingetrokken.
De mate van uv-B bescherming wordt aangegeven op het product door de SPF, de Sun Protection Factor. De SPF is een getal dat aangeeft hoeveel langer je in de zon kan blijven zonder te verbranden: als je normaal gesproken na 10 minuten zou verbranden, zou je met factor 30 pas na 30×10 = 300 minuten verbranden. Of een product ook bescherming biedt tegen uv-A-straling is terug te vinden door een uv-A symbooltje op de verpakking van het product.
De houdbaarheid van jouw geopende zonneproduct vind je terug op de verpakking als een symbool van een geopend potje gevolgd door een getal en de letter M (12M, bijvoorbeeld, betekent dat het product optimaal te gebruiken is tot 12 maanden na opening). Wanneer je zonnebrandmiddel te warm is geworden of te lang in de volle zon heeft gestaan, kan het product minder stabiel zijn geworden en zijn werking gedeeltelijk verliezen.
Er wordt vaak onderscheid gemaakt tussen ‘chemische’ en ‘minerale’ of ‘fysische’ uv-filters. Hoewel er gesuggereerd wordt dat dit onderscheid is berust op het feit dat de filters een andere werking hebben, is het grootste verschil tussen beide soorten filters de bouwstenen (atomen) waaruit de filters zijn opgebouwd. Wellicht zou een betere benaming dan ook ‘organische’ en ‘anorganische’ filters zijn. De chemische filters hebben met elkaar gemeen dat ze zijn opgebouwd uit koolstofatomen. Dit zijn organische stoffen. De koolstof absorbeert de uv-straling voordat het je huidcellen kan bereiken. Minerale filters bevatten geen koolstof, en worden daarom anorganische genoemd. Hierbij zorgt dus niet koolstof voor uv-absorptie, maar een metaaloxide. Verder werkt de absorptie hetzelfde als bij de chemische filters. Bekende voorbeelden van minerale filters zijn zinkoxide en titaandioxide. Deze metaaloxiden kunnen uv-licht ook voor een gedeelte weerkaatsen (ongeveer 5% uv-B en tot wel 60% uv-A). Hierdoor laten anti-zonnebrandproducten met minerale filters soms wel een wit laagje achter. Een oplossing hiervoor is om de uv-filter deeltjes nog kleiner te maken, tot ze afmetingen hebben van een paar nanometer.
In een anti-zonnebrandproduct worden vaak meerdere verschillende uv-filters gebruikt voor een optimale bescherming tegen uv-B én uv-A.
Je bruine kleurtje biedt je een lichte bescherming tegen de zon, maar enkel tegen uv-B-stralen. Onder invloed van uv-straling produceert je huid een pigment, melanine, dat ervoor zorgt dat je huid verdikt en bruin wordt. Dit is een beschermingsreactie van onze huid tegen de uv-stralen. Het is verstandig om nog altijd een anti-zonnebrandmiddel te gebruiken om jezelf goed te beschermen tegen uv-stralen.
Even onder de zonnebank voordat je naar een zonnig land vertrekt is dus niet een oplossing tegen de schadelijke effecten van de zon.
Nee, zonnebrandcrème is niet kankerverwekkend. Volgens de cosmeticawetgeving mogen er geen kankerverwekkende stoffen in cosmetica zitten. Dit is dus ook het geval voor zonnecosmetica. Een professionele veiligheidsbeoordelaar bekijkt of de gebruikte stoffen in cosmetica wel echt veilig zijn. Daarbij mogen uv-filters alleen in anti-zonnebrandproducten worden gebruikt als deze vooraf zijn goedgekeurd door een Europees onafhankelijk wetenschappelijk comité.
Schadelijke effecten op het milieu door gebruik van anti-zonnebrandproducten is niet te verwachten. Hoewel zonnebrandcrème als we de zee ingaan in het milieu terecht kan komen, doordat het deels van je lichaam afgespoeld wordt, zit er zoveel water in de zee dat de concentratie van de ingrediënten uit jouw zonnebrand in de zee enorm laag is. Dat uv-filters de veroorzakers zouden zijn van verbleking van koraal is gebaseerd op onderzoek waarbij de gemeten concentraties uv-filter veel hoger lagen dan de daadwerkelijke concentratie gemeten in zee. Effecten op het koraal zijn daarom niet te verwachten. Het uitsterven van koraalriffen is een groot probleem en dit is een direct gevolg van opwarming van de aarde.
Het beste kun je direct zonlicht vermijden. Aangezien zonneallergie hoofdzakelijk wordt veroorzaakt door uv-A-straling, kun je het beste op onderzoek uitgaan naar producten die een hoge uv-A bescherming bieden. Ga bij een allergische reactie ook altijd naar je huisarts.
(anti-)Zonnebrandmiddelen beschermen tegen schadelijke uv-straling. De zon straalt uv-licht uit. Dat licht kunnen we niet met het blote oog zien. Uv-licht zorgt ervoor dat je bruin wordt en dat je voldoende vitamine D aanmaakt. Vitamine D is goed voor onze tanden, botten, spieren en ons afweersysteem. Maar, langdurige blootstelling aan uv-licht zorgt ook voor verbranding. Bovendien draagt het bij aan huidveroudering omdat uv-licht schade toebrengt aan onze huidcellen. Hoe vaker en hoe ernstiger je je huid verbrandt, hoe meer je huid onherstelbaar beschadigd raakt. In het ergste geval kan dit leiden tot huidkanker. Vooral mensen met een lichte huidskleur (39% van de Nederlanders) zijn gevoelig voor verbranding en lopen daardoor een verhoogd risico om op latere leeftijd huidkanker te krijgen.
Elk jaar krijgen ruim 55.000 Nederlanders het bericht dat ze huidkanker hebben. Meer dan 700 mensen overlijden per jaar aan een melanoom. Deze getallen nemen alleen maar toe doordat we steeds vaker op zonvakanties gaan.
Door je goed in te smeren verminder je de blootstelling aan uv-licht en daardoor dus ook de schadelijke effecten ervan en het risico op huidkanker.
Zonnebrandproducten bevatten UV-filters waardoor minder Uv-straling de huid bereikt. Uv-licht bestaat uit twee soorten, namelijk UV-A (verantwoordelijk voor huidveroudering) en UV-B (de boosdoener bij verbranding). Bij het risico op huidkanker spelen zowel UV-A als UV-B-straling een rol. Het is daarom belangrijk dat zonnebrandproducten beschermen tegen beide soorten straling.
Voor een goede bescherming tegen de zon is het belangrijk voldoende zonnebrandcrème te gebruiken en jezelf regelmatig in te smeren. Je moet je zeker opnieuw insmeren na zwemmen, afdrogen en bij veel zweten, maar eigenlijk is om de 2 uur sowieso aan te raden. Er bestaan ook zonnebrandmiddelen die waterproof zijn. Deze blijven na het zwemmen beter op je huid zitten.
Goed smeren betekent veel en dik smeren, niet spaarzaam smeren. Eigenlijk zou je zo dik moeten smeren als de laag pindakaas die je op je boterham smeert (stichting KWF adviseert minimaal 7 theelepels per smeerbeurt). Doe dit dan ook het liefst 30 minuten voordat je de zon ingaat, zodat de crème goed is ingetrokken.
De mate van uv-B bescherming wordt aangegeven op het product door de SPF, de Sun Protection Factor. De SPF is een getal dat aangeeft hoeveel langer je in de zon kan blijven zonder te verbranden: als je normaal gesproken na 10 minuten zou verbranden, zou je met factor 30 pas na 30×10 = 300 minuten verbranden. Of een product ook bescherming biedt tegen uv-A-straling is terug te vinden door een uv-A symbooltje op de verpakking van het product.
De houdbaarheid van jouw geopende zonneproduct vind je terug op de verpakking als een symbool van een geopend potje gevolgd door een getal en de letter M (12M, bijvoorbeeld, betekent dat het product optimaal te gebruiken is tot 12 maanden na opening). Wanneer je zonnebrandmiddel te warm is geworden of te lang in de volle zon heeft gestaan, kan het product minder stabiel zijn geworden en zijn werking gedeeltelijk verliezen.
Er wordt vaak onderscheid gemaakt tussen ‘chemische’ en ‘minerale’ of ‘fysische’ uv-filters. Hoewel er gesuggereerd wordt dat dit onderscheid is berust op het feit dat de filters een andere werking hebben, is het grootste verschil tussen beide soorten filters de bouwstenen (atomen) waaruit de filters zijn opgebouwd. Wellicht zou een betere benaming dan ook ‘organische’ en ‘anorganische’ filters zijn. De chemische filters hebben met elkaar gemeen dat ze zijn opgebouwd uit koolstofatomen. Dit zijn organische stoffen. De koolstof absorbeert de uv-straling voordat het je huidcellen kan bereiken. Minerale filters bevatten geen koolstof, en worden daarom anorganische genoemd. Hierbij zorgt dus niet koolstof voor uv-absorptie, maar een metaaloxide. Verder werkt de absorptie hetzelfde als bij de chemische filters. Bekende voorbeelden van minerale filters zijn zinkoxide en titaandioxide. Deze metaaloxiden kunnen uv-licht ook voor een gedeelte weerkaatsen (ongeveer 5% uv-B en tot wel 60% uv-A). Hierdoor laten anti-zonnebrandproducten met minerale filters soms wel een wit laagje achter. Een oplossing hiervoor is om de uv-filter deeltjes nog kleiner te maken, tot ze afmetingen hebben van een paar nanometer.
In een anti-zonnebrandproduct worden vaak meerdere verschillende uv-filters gebruikt voor een optimale bescherming tegen uv-B én uv-A.
Je bruine kleurtje biedt je een lichte bescherming tegen de zon, maar enkel tegen uv-B-stralen. Onder invloed van uv-straling produceert je huid een pigment, melanine, dat ervoor zorgt dat je huid verdikt en bruin wordt. Dit is een beschermingsreactie van onze huid tegen de uv-stralen. Het is verstandig om nog altijd een anti-zonnebrandmiddel te gebruiken om jezelf goed te beschermen tegen uv-stralen.
Even onder de zonnebank voordat je naar een zonnig land vertrekt is dus niet een oplossing tegen de schadelijke effecten van de zon.
Nee, zonnebrandcrème is niet kankerverwekkend. Volgens de cosmeticawetgeving mogen er geen kankerverwekkende stoffen in cosmetica zitten. Dit is dus ook het geval voor zonnecosmetica. Een professionele veiligheidsbeoordelaar bekijkt of de gebruikte stoffen in cosmetica wel echt veilig zijn. Daarbij mogen uv-filters alleen in anti-zonnebrandproducten worden gebruikt als deze vooraf zijn goedgekeurd door een Europees onafhankelijk wetenschappelijk comité.
Schadelijke effecten op het milieu door gebruik van anti-zonnebrandproducten is niet te verwachten. Hoewel zonnebrandcrème als we de zee ingaan in het milieu terecht kan komen, doordat het deels van je lichaam afgespoeld wordt, zit er zoveel water in de zee dat de concentratie van de ingrediënten uit jouw zonnebrand in de zee enorm laag is. Dat uv-filters de veroorzakers zouden zijn van verbleking van koraal is gebaseerd op onderzoek waarbij de gemeten concentraties uv-filter veel hoger lagen dan de daadwerkelijke concentratie gemeten in zee. Effecten op het koraal zijn daarom niet te verwachten. Het uitsterven van koraalriffen is een groot probleem en dit is een direct gevolg van opwarming van de aarde.
Het beste kun je direct zonlicht vermijden. Aangezien zonneallergie hoofdzakelijk wordt veroorzaakt door uv-A-straling, kun je het beste op onderzoek uitgaan naar producten die een hoge uv-A bescherming bieden. Ga bij een allergische reactie ook altijd naar je huisarts.
(anti-)Zonnebrandmiddelen beschermen tegen schadelijke uv-straling. De zon straalt uv-licht uit. Dat licht kunnen we niet met het blote oog zien. Uv-licht zorgt ervoor dat je bruin wordt en dat je voldoende vitamine D aanmaakt. Vitamine D is goed voor onze tanden, botten, spieren en ons afweersysteem. Maar, langdurige blootstelling aan uv-licht zorgt ook voor verbranding. Bovendien draagt het bij aan huidveroudering omdat uv-licht schade toebrengt aan onze huidcellen. Hoe vaker en hoe ernstiger je je huid verbrandt, hoe meer je huid onherstelbaar beschadigd raakt. In het ergste geval kan dit leiden tot huidkanker. Vooral mensen met een lichte huidskleur (39% van de Nederlanders) zijn gevoelig voor verbranding en lopen daardoor een verhoogd risico om op latere leeftijd huidkanker te krijgen.
Elk jaar krijgen ruim 55.000 Nederlanders het bericht dat ze huidkanker hebben. Meer dan 700 mensen overlijden per jaar aan een melanoom. Deze getallen nemen alleen maar toe doordat we steeds vaker op zonvakanties gaan.
Door je goed in te smeren verminder je de blootstelling aan uv-licht en daardoor dus ook de schadelijke effecten ervan en het risico op huidkanker.
Zonnebrandproducten bevatten UV-filters waardoor minder Uv-straling de huid bereikt. Uv-licht bestaat uit twee soorten, namelijk UV-A (verantwoordelijk voor huidveroudering) en UV-B (de boosdoener bij verbranding). Bij het risico op huidkanker spelen zowel UV-A als UV-B-straling een rol. Het is daarom belangrijk dat zonnebrandproducten beschermen tegen beide soorten straling.
Voor een goede bescherming tegen de zon is het belangrijk voldoende zonnebrandcrème te gebruiken en jezelf regelmatig in te smeren. Je moet je zeker opnieuw insmeren na zwemmen, afdrogen en bij veel zweten, maar eigenlijk is om de 2 uur sowieso aan te raden. Er bestaan ook zonnebrandmiddelen die waterproof zijn. Deze blijven na het zwemmen beter op je huid zitten.
Goed smeren betekent veel en dik smeren, niet spaarzaam smeren. Eigenlijk zou je zo dik moeten smeren als de laag pindakaas die je op je boterham smeert (stichting KWF adviseert minimaal 7 theelepels per smeerbeurt). Doe dit dan ook het liefst 30 minuten voordat je de zon ingaat, zodat de crème goed is ingetrokken.
De mate van uv-B bescherming wordt aangegeven op het product door de SPF, de Sun Protection Factor. De SPF is een getal dat aangeeft hoeveel langer je in de zon kan blijven zonder te verbranden: als je normaal gesproken na 10 minuten zou verbranden, zou je met factor 30 pas na 30×10 = 300 minuten verbranden. Of een product ook bescherming biedt tegen uv-A-straling is terug te vinden door een uv-A symbooltje op de verpakking van het product.
De houdbaarheid van jouw geopende zonneproduct vind je terug op de verpakking als een symbool van een geopend potje gevolgd door een getal en de letter M (12M, bijvoorbeeld, betekent dat het product optimaal te gebruiken is tot 12 maanden na opening). Wanneer je zonnebrandmiddel te warm is geworden of te lang in de volle zon heeft gestaan, kan het product minder stabiel zijn geworden en zijn werking gedeeltelijk verliezen.
Er wordt vaak onderscheid gemaakt tussen ‘chemische’ en ‘minerale’ of ‘fysische’ uv-filters. Hoewel er gesuggereerd wordt dat dit onderscheid is berust op het feit dat de filters een andere werking hebben, is het grootste verschil tussen beide soorten filters de bouwstenen (atomen) waaruit de filters zijn opgebouwd. Wellicht zou een betere benaming dan ook ‘organische’ en ‘anorganische’ filters zijn. De chemische filters hebben met elkaar gemeen dat ze zijn opgebouwd uit koolstofatomen. Dit zijn organische stoffen. De koolstof absorbeert de uv-straling voordat het je huidcellen kan bereiken. Minerale filters bevatten geen koolstof, en worden daarom anorganische genoemd. Hierbij zorgt dus niet koolstof voor uv-absorptie, maar een metaaloxide. Verder werkt de absorptie hetzelfde als bij de chemische filters. Bekende voorbeelden van minerale filters zijn zinkoxide en titaandioxide. Deze metaaloxiden kunnen uv-licht ook voor een gedeelte weerkaatsen (ongeveer 5% uv-B en tot wel 60% uv-A). Hierdoor laten anti-zonnebrandproducten met minerale filters soms wel een wit laagje achter. Een oplossing hiervoor is om de uv-filter deeltjes nog kleiner te maken, tot ze afmetingen hebben van een paar nanometer.
In een anti-zonnebrandproduct worden vaak meerdere verschillende uv-filters gebruikt voor een optimale bescherming tegen uv-B én uv-A.
Je bruine kleurtje biedt je een lichte bescherming tegen de zon, maar enkel tegen uv-B-stralen. Onder invloed van uv-straling produceert je huid een pigment, melanine, dat ervoor zorgt dat je huid verdikt en bruin wordt. Dit is een beschermingsreactie van onze huid tegen de uv-stralen. Het is verstandig om nog altijd een anti-zonnebrandmiddel te gebruiken om jezelf goed te beschermen tegen uv-stralen.
Even onder de zonnebank voordat je naar een zonnig land vertrekt is dus niet een oplossing tegen de schadelijke effecten van de zon.
Nee, zonnebrandcrème is niet kankerverwekkend. Volgens de cosmeticawetgeving mogen er geen kankerverwekkende stoffen in cosmetica zitten. Dit is dus ook het geval voor zonnecosmetica. Een professionele veiligheidsbeoordelaar bekijkt of de gebruikte stoffen in cosmetica wel echt veilig zijn. Daarbij mogen uv-filters alleen in anti-zonnebrandproducten worden gebruikt als deze vooraf zijn goedgekeurd door een Europees onafhankelijk wetenschappelijk comité.
Schadelijke effecten op het milieu door gebruik van anti-zonnebrandproducten is niet te verwachten. Hoewel zonnebrandcrème als we de zee ingaan in het milieu terecht kan komen, doordat het deels van je lichaam afgespoeld wordt, zit er zoveel water in de zee dat de concentratie van de ingrediënten uit jouw zonnebrand in de zee enorm laag is. Dat uv-filters de veroorzakers zouden zijn van verbleking van koraal is gebaseerd op onderzoek waarbij de gemeten concentraties uv-filter veel hoger lagen dan de daadwerkelijke concentratie gemeten in zee. Effecten op het koraal zijn daarom niet te verwachten. Het uitsterven van koraalriffen is een groot probleem en dit is een direct gevolg van opwarming van de aarde.
Het beste kun je direct zonlicht vermijden. Aangezien zonneallergie hoofdzakelijk wordt veroorzaakt door uv-A-straling, kun je het beste op onderzoek uitgaan naar producten die een hoge uv-A bescherming bieden. Ga bij een allergische reactie ook altijd naar je huisarts.
(anti-)Zonnebrandmiddelen beschermen tegen schadelijke uv-straling. De zon straalt uv-licht uit. Dat licht kunnen we niet met het blote oog zien. Uv-licht zorgt ervoor dat je bruin wordt en dat je voldoende vitamine D aanmaakt. Vitamine D is goed voor onze tanden, botten, spieren en ons afweersysteem. Maar, langdurige blootstelling aan uv-licht zorgt ook voor verbranding. Bovendien draagt het bij aan huidveroudering omdat uv-licht schade toebrengt aan onze huidcellen. Hoe vaker en hoe ernstiger je je huid verbrandt, hoe meer je huid onherstelbaar beschadigd raakt. In het ergste geval kan dit leiden tot huidkanker. Vooral mensen met een lichte huidskleur (39% van de Nederlanders) zijn gevoelig voor verbranding en lopen daardoor een verhoogd risico om op latere leeftijd huidkanker te krijgen.
Elk jaar krijgen ruim 55.000 Nederlanders het bericht dat ze huidkanker hebben. Meer dan 700 mensen overlijden per jaar aan een melanoom. Deze getallen nemen alleen maar toe doordat we steeds vaker op zonvakanties gaan.
Door je goed in te smeren verminder je de blootstelling aan uv-licht en daardoor dus ook de schadelijke effecten ervan en het risico op huidkanker.
Zonnebrandproducten bevatten UV-filters waardoor minder Uv-straling de huid bereikt. Uv-licht bestaat uit twee soorten, namelijk UV-A (verantwoordelijk voor huidveroudering) en UV-B (de boosdoener bij verbranding). Bij het risico op huidkanker spelen zowel UV-A als UV-B-straling een rol. Het is daarom belangrijk dat zonnebrandproducten beschermen tegen beide soorten straling.
Voor een goede bescherming tegen de zon is het belangrijk voldoende zonnebrandcrème te gebruiken en jezelf regelmatig in te smeren. Je moet je zeker opnieuw insmeren na zwemmen, afdrogen en bij veel zweten, maar eigenlijk is om de 2 uur sowieso aan te raden. Er bestaan ook zonnebrandmiddelen die waterproof zijn. Deze blijven na het zwemmen beter op je huid zitten.
Goed smeren betekent veel en dik smeren, niet spaarzaam smeren. Eigenlijk zou je zo dik moeten smeren als de laag pindakaas die je op je boterham smeert (stichting KWF adviseert minimaal 7 theelepels per smeerbeurt). Doe dit dan ook het liefst 30 minuten voordat je de zon ingaat, zodat de crème goed is ingetrokken.
De mate van uv-B bescherming wordt aangegeven op het product door de SPF, de Sun Protection Factor. De SPF is een getal dat aangeeft hoeveel langer je in de zon kan blijven zonder te verbranden: als je normaal gesproken na 10 minuten zou verbranden, zou je met factor 30 pas na 30×10 = 300 minuten verbranden. Of een product ook bescherming biedt tegen uv-A-straling is terug te vinden door een uv-A symbooltje op de verpakking van het product.
De houdbaarheid van jouw geopende zonneproduct vind je terug op de verpakking als een symbool van een geopend potje gevolgd door een getal en de letter M (12M, bijvoorbeeld, betekent dat het product optimaal te gebruiken is tot 12 maanden na opening). Wanneer je zonnebrandmiddel te warm is geworden of te lang in de volle zon heeft gestaan, kan het product minder stabiel zijn geworden en zijn werking gedeeltelijk verliezen.
Er wordt vaak onderscheid gemaakt tussen ‘chemische’ en ‘minerale’ of ‘fysische’ uv-filters. Hoewel er gesuggereerd wordt dat dit onderscheid is berust op het feit dat de filters een andere werking hebben, is het grootste verschil tussen beide soorten filters de bouwstenen (atomen) waaruit de filters zijn opgebouwd. Wellicht zou een betere benaming dan ook ‘organische’ en ‘anorganische’ filters zijn. De chemische filters hebben met elkaar gemeen dat ze zijn opgebouwd uit koolstofatomen. Dit zijn organische stoffen. De koolstof absorbeert de uv-straling voordat het je huidcellen kan bereiken. Minerale filters bevatten geen koolstof, en worden daarom anorganische genoemd. Hierbij zorgt dus niet koolstof voor uv-absorptie, maar een metaaloxide. Verder werkt de absorptie hetzelfde als bij de chemische filters. Bekende voorbeelden van minerale filters zijn zinkoxide en titaandioxide. Deze metaaloxiden kunnen uv-licht ook voor een gedeelte weerkaatsen (ongeveer 5% uv-B en tot wel 60% uv-A). Hierdoor laten anti-zonnebrandproducten met minerale filters soms wel een wit laagje achter. Een oplossing hiervoor is om de uv-filter deeltjes nog kleiner te maken, tot ze afmetingen hebben van een paar nanometer.
In een anti-zonnebrandproduct worden vaak meerdere verschillende uv-filters gebruikt voor een optimale bescherming tegen uv-B én uv-A.
Je bruine kleurtje biedt je een lichte bescherming tegen de zon, maar enkel tegen uv-B-stralen. Onder invloed van uv-straling produceert je huid een pigment, melanine, dat ervoor zorgt dat je huid verdikt en bruin wordt. Dit is een beschermingsreactie van onze huid tegen de uv-stralen. Het is verstandig om nog altijd een anti-zonnebrandmiddel te gebruiken om jezelf goed te beschermen tegen uv-stralen.
Even onder de zonnebank voordat je naar een zonnig land vertrekt is dus niet een oplossing tegen de schadelijke effecten van de zon.
Nee, zonnebrandcrème is niet kankerverwekkend. Volgens de cosmeticawetgeving mogen er geen kankerverwekkende stoffen in cosmetica zitten. Dit is dus ook het geval voor zonnecosmetica. Een professionele veiligheidsbeoordelaar bekijkt of de gebruikte stoffen in cosmetica wel echt veilig zijn. Daarbij mogen uv-filters alleen in anti-zonnebrandproducten worden gebruikt als deze vooraf zijn goedgekeurd door een Europees onafhankelijk wetenschappelijk comité.
Schadelijke effecten op het milieu door gebruik van anti-zonnebrandproducten is niet te verwachten. Hoewel zonnebrandcrème als we de zee ingaan in het milieu terecht kan komen, doordat het deels van je lichaam afgespoeld wordt, zit er zoveel water in de zee dat de concentratie van de ingrediënten uit jouw zonnebrand in de zee enorm laag is. Dat uv-filters de veroorzakers zouden zijn van verbleking van koraal is gebaseerd op onderzoek waarbij de gemeten concentraties uv-filter veel hoger lagen dan de daadwerkelijke concentratie gemeten in zee. Effecten op het koraal zijn daarom niet te verwachten. Het uitsterven van koraalriffen is een groot probleem en dit is een direct gevolg van opwarming van de aarde.
Het beste kun je direct zonlicht vermijden. Aangezien zonneallergie hoofdzakelijk wordt veroorzaakt door uv-A-straling, kun je het beste op onderzoek uitgaan naar producten die een hoge uv-A bescherming bieden. Ga bij een allergische reactie ook altijd naar je huisarts.
Jouw betrouwbare bron voor eenvoudige en wetenschappelijk onderbouwde informatie over persoonlijke verzorging!
© MijnCosmetica
Laat het ons weten en we helpen je graag verder! Vul het onderstaande contact formulier in en we nemen zo snel mogelijk contact met je op.